ECLI:NL:RBNHO:2023:12121

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
10631546 \ WM VERZ 23-453
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging feitcode bij administratieve sanctie in verkeerszaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene doorreed bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 26 september 2023 is de zaak behandeld, waarbij zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren. Betrokkene voerde aan dat het verkeerslicht voor rechtsaf op rood stond, maar dat het licht voor rechtdoor op groen stond, wat ook zichtbaar was op de foto’s. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde voor om de feitcode te wijzigen naar R619, omdat deze beter aansloot bij de gedraging van betrokkene.

De kantonrechter heeft overwogen dat de wijziging van de feitcode geen nadelige gevolgen voor betrokkene heeft en heeft deze wijziging goedgekeurd. De rechter benadrukte dat bestuurders verplicht zijn de richting te volgen die de voorsorteerstrook aangeeft, en dat betrokkene dit niet heeft gedaan. Hierdoor werd het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de hoogte van de boete bleef ongewijzigd. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10631546 \ WM VERZ 23-453
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 26 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat het verkeerslicht voor rechtsaf op rood stond, maar dat hij rechtdoor is gereden. Het licht voor rechtdoor stond op groen, dit is duidelijk te zien op de foto’s, aldus betrokkene.
Gelet op de stellingen van betrokkene en foto’s van de gedraging heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie op de zitting voorgesteld de feitcode te wijzigen naar R619 “op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft”, omdat deze in overeenstemming is met de gedraging.
De kantonrechter overweegt dat niet gebleken is dat betrokkene door deze wijziging in enig belang wordt geschaad, zodat de feitcode zal worden gewijzigd zoals is voorgesteld.
Op grond van artikel 78 RVV1990 zijn bestuurders van een motorvoertuig en bromfietsers die de rijbaan volgen, verplicht op een kruispunt de richting te volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft. De verplichte rijrichting kan blijken uit pijlen op het wegdek of uit een verkeersbord. De strekking van dit artikel is het bevorderen van een rustig verkeersbeeld en de verkeersveiligheid. Betrokkene had daarom de vóór de kruising gekozen rijrichting moeten blijven volgen. Dat betrokkene dit niet heeft gedaan, dient voor zijn eigen rekening en verantwoording te blijven.
Gelet op de wijziging van de feitcode wordt het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard. Het bedrag van de aan betrokkene opgelegde boete wordt niet gewijzigd. Het beroep zal voor het overige dan ook ongegrond worden verklaard. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.

De uitspraak

De kantonrechter:
 verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
 vernietigt de beslissing van de officier van justitie, voor zover deze betrekking heeft op de omschrijving van de gedraging en de feitcode in de inleidende beschikking;
 wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat als de omschrijving van de gedraging luidt “op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft” en als de feitcode ‘R619';
 verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: