Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Lebo Vastgoed B.V.
1.Het procesverloop
Landelijk procesreglement kort gedingen rechtbanken, kanton 2023bij de beoordeling van het geschil geen acht geslagen.
2. Feiten
algemene bepalingen huurovereenkomst woonruimte, versie 02-2021van Lebo Vastgoed (hierna: de algemene bepalingen) van toepassing.
Indien in de huurovereenkomst geen afspraken zijn gemaakt over de jaarlijkse huurverhoging, zal in geval van een geliberaliseerde huurprijs als bedoeld in art. 7:247 BW de huurprijs van rechtswege, en derhalve zonder dat daarvoor een aanzegging of mededeling nodig is, jaarlijks per 1 juli worden aangepast op basis van het door de bevoegde Minister elk jaar vast te stellen maximale reguliere huurverhogingspercentage bij niet geliberaliseerde huur. Indien de wijziging van de consumentenprijsindex (CPI), reeks alle huishoudens (2015=100), gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) groter is dan bedoeld percentage, heeft verhuurder recht op verhoging van de huurprijs volgens de formule: de gewijzigde huurprijs is gelijk aan de geldende huurprijs op de wijzigingsdatum, vermenigvuldigd met het indexcijfer van de vierde kalendermaand die ligt voor de kalendermaand waarin de huurprijs wordt aangepast, gedeeld door het indexcijfer van de zestiende kalendermaand die ligt voor de kalendermaand waarin de huurprijs wordt aangepast.Naast deze jaarlijkse huurverhoging heeft verhuurder het recht om gelijktijdig de huurprijs te verhogen met maximaal 5%. Indien verhuurder van dit recht gebruik wenst te maken, zal verhuurder huurder uiterlijk op 15 juni informeren over het percentage waarmee de huurprijs aanvullend zal worden verhoogd alsmede over de per 1 juli daarna geldende huurprijs. Aanpassing van de huurprijs als hiervoor bepaald, vindt niet plaats indien zulks leidt tot verlaging van de laatstelijk geldende huurprijs.2.5. In artikel 15.3 van de algemene bepalingen staat het volgende beding:
Voor elk geval dat huurder in verzuim is met de tijdige en volledige betaling van een geldsom, is hij rente verschuldigd over de verschuldigde hoofdsom, gerekend vanaf de vervaldatum tot aan de dag van algehele voldoening van de hoofdsom. De omvang van de rente is gelijk aan de wettelijke handelsrente, bedoeld in artikel 6:119a BW.
3.De beoordeling
- ontruiming van het gehuurde;
- betaling van een bedrag van € 9.606,59, bestaande uit een huurachterstand (€ 8.529,80), incassokosten (€ 733,70) en de contractuele rente tot en met oktober 2023 (343,09), te vermeerderen met de contractuele rente vanaf 1 november 2023;
- betaling van € 1.238,75 voor iedere maand dat het gehuurde na 31 oktober 2023 niet door [gedaagde] is ontruimd.
buitengerechtelijke incassokosten
ontruimingstermijn
proceskostenDe proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij ongelijk krijgt.
4.De beslissing
nakosten € 132,00 ;