Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 16 januari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld;
- het over de verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies gedateerd 30 januari 2023 van [naam 4], als reclasseringswerkster werkzaam bij Reclassering Nederland;
- het over de verdachte uitgebracht advies uitgebreid onderzoek van de Raad van de Kinderbescherming gedateerd 30 november 2021 van [naam 5].
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
30 [dertig] urentaakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 15 [vijftien] dagen jeugddetentie.
€ 1.500, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 november 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.