In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiser tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard om een omgevingsvergunning te verlenen voor het bewonen van een bouwwerk op het perceel [adres 1] te [plaats 2]. De omgevingsvergunning werd op 9 juni 2022 geweigerd, en het college bleef bij deze weigering na het bestreden besluit van 28 november 2022. De rechtbank heeft het beroep op 17 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid de omgevingsvergunning kon weigeren, omdat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan. Het perceel is bestemd voor 'Gemengd', maar het gebruik als zelfstandige woning wordt als strijdig aangemerkt. Eiser betwist dat zijn aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan, maar de rechtbank concludeert dat het bouwwerk geen bouwvlak heeft en daarom niet als hoofdgebouw kan worden aangemerkt. Het zelfstandig bewonen van een bijgebouw is strijdig met de bestemming.
De rechtbank wijst ook op de beleidsregels van de gemeente Langedijk, die vereisen dat voor het bewonen van bijgebouwen aan specifieke criteria moet worden voldaan. Eiser heeft niet aangetoond dat zijn bouwwerk als karakteristiek of beeldbepalend kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat de weigering van de omgevingsvergunning in stand blijft, en het beroep van eiser ongegrond is verklaard. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.