In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) beoordeeld. Eiseres had aanvankelijk geen recht op een WIA-uitkering, maar na bezwaar werd haar arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op 35,66%. De rechtbank behandelt de argumenten van eiseres, die stelt dat haar beperkingen niet correct zijn vastgesteld en dat zij meer beperkingen heeft dan door het UWV is erkend. De rechtbank concludeert dat de rapportages van de bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig zijn opgesteld en dat de door eiseres aangedragen medische informatie niet voldoende is om de eerdere beoordelingen te weerleggen. De rechtbank oordeelt dat de beperkingen van eiseres correct zijn vastgesteld en dat zij in staat is om de geduide functies uit te oefenen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de gevraagde WIA-uitkering en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.