ECLI:NL:RBNHO:2023:11864

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
22 november 2023
Zaaknummer
10311978\WM VERZ 23-193
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de beslissing van de officier van justitie inzake een verkeersboete voor te hard rijden op een autosnelweg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene voor het overschrijden van de maximumsnelheid op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De betrokkene had 18 km per uur harder gereden dan toegestaan. Na het opleggen van de boete heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 8 maart 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen. De officier van justitie heeft verzocht om de beslissing te vernietigen en het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de officier van justitie het beroep ten onrechte niet ontvankelijk had verklaard, omdat het beroep wel degelijk tijdig was ingediend.

De kantonrechter heeft vervolgens de beslissing van de officier van justitie vernietigd en beoordeeld of de boete terecht was opgelegd. De betrokkene voerde aan dat hij plaspillen slikt vanwege hartproblemen en dat hij harder had gereden uit noodzaak. De kantonrechter oordeelde echter dat de betrokkene niet voldoende had aangetoond dat hij onder de gegeven omstandigheden niet anders had kunnen handelen. De overschrijding van de maximumsnelheid kwam voor rekening van de betrokkene, en het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10311978 \ WM VERZ 23-193
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 8 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing van de officier van justitie te vernietigen en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt:18 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (bord A1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift kort samengevat aangevoerd dat hij wel degelijk tijdig is met het beroepschrift bij de officier van justitie. Betrokkene heeft binnen tien minuten twee boetes gekregen op hetzelfde traject en gaat tegen beiden in beroep. Betrokkene slikt plaspillen in verband met hartproblemen en moest zeer nodig plassen. Dit verklaart de hogere snelheid wellicht. Betrokkene verzoekt om coulance. Betrokkene kan vanwege de financiële situatie geen zekerheid stellen in beide zaken.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De officier van justitie heeft het beroep van betrokkene ten onrechte niet ontvankelijk verklaard, omdat het niet tijdig zou zijn. Dat betekent dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond is en dat die beslissing moet worden vernietigd. Nu de beslissing van de officier van justitie wordt vernietigd, moet de kantonrechter beoordelen of de boete terecht is opgelegd.
Gelet op de stukken van het dossier, en in aanmerking genomen dat de betrokkene niet bestrijdt dat maximum snelheid is overschreden, staat vast dat de gedraging is verricht. De kantonrechter zal beoordelen of er sprake is van zodanige omstandigheden dat het opleggen van een sanctie niet te billijken is, dan wel dat matiging van de sanctie gerechtvaardigd is.
Betrokkene stelt dat hij plaspillen slikt in verband met hartproblemen. Omdat hij zeer nodig moest plassen heeft hij mogelijk harder gereden dan toegestaan. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat de betrokkene onder de gegeven omstandigheden niet anders heeft kunnen handelen dan hij heeft gedaan. Betrokkene had voor een andere oplossing moeten kiezen. Dat de betrokkene ter plaatse mogelijk de maximum snelheid heeft overschreden is dan ook een omstandigheid die voor eigen rekening komt. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond en vernietigt de beslissing;
‒ verklaart het beroep tegen de initiële beschikking ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: