Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring (bord C2). De betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 8 maart 2023 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, terwijl de vertegenwoordiger van de officier van justitie wel aanwezig was en het standpunt handhaafde.
De kantonrechter heeft overwogen dat het beroepschrift van de betrokkene niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het geen gronden bevatte. De griffier had de gemachtigde van de betrokkene eerder uitgenodigd om de gronden van het beroep in te dienen, maar deze was niet verschenen en had het verzuim niet hersteld. Hierdoor kon de kantonrechter niet anders dan het beroep niet-ontvankelijk verklaren en het verzoek om proceskostenvergoeding afwijzen.
De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard en dat het verzoek om vergoeding van de proceskosten wordt afgewezen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen zes weken na de dag van toezending.