In deze zaak hebben [eiser] en [eiseres], eigenaren van een appartementsrecht, een verzoek ingediend bij de kantonrechter om de besluiten van de Vereniging van Eigenaars (VvE) van 28 maart en 18 april 2023 te vernietigen. Deze besluiten betroffen de oplegging van boetes voor het niet verwijderen van bouwhekken, een schutting en containers die door [eiser] en [eiseres] waren geplaatst. De VvE had hen gesommeerd deze voor 4 mei 2023 te verwijderen, maar de VvE erkende dat de besluiten vernietigbaar waren omdat de oproepen voor de vergaderingen geen agendapunten bevatten. De VvE voerde echter aan dat [eiser] en [eiseres] geen belang hadden bij hun verzoek en dat zij misbruik maakten van hun bevoegdheden.
De kantonrechter oordeelde dat [eiser] en [eiseres] wel degelijk belang hadden bij hun verzoek, omdat de besluiten in stand bleven totdat ze werden ingetrokken of vernietigd. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van misbruik van bevoegdheid en dat de verzoekers ontvankelijk waren in hun verzoek. De kantonrechter heeft de besluiten van de VvE vernietigd voor zover deze betrekking hadden op de boetes en de boeteregeling in het huishoudelijk reglement. De proceskosten werden gecompenseerd, omdat de VvE had toegezegd een nieuwe vergadering bijeen te roepen om de besluiten in te trekken.
De beslissing van de kantonrechter was dat de besluiten van de VvE werden vernietigd en dat iedere partij zijn eigen proceskosten droeg, met uitzondering van de kosten die [eiser] en [eiseres] als lid van de VvE moesten dragen.