ECLI:NL:RBNHO:2023:11717

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
20 november 2023
Zaaknummer
10468013 \ CV EXPL 23-1875
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van bemiddelingskosten in een arbeidsbemiddelingsovereenkomst tussen Rovidam Mondzorgbanen B.V. en TSC

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Rovidam Mondzorgbanen B.V. (eiseres) en TSC (gedaagde) over de toewijzing van bemiddelingskosten. Rovidam had een kandidaat tandarts geïntroduceerd bij TSC en vorderde betaling van bemiddelingskosten na een vrijblijvend kennismakingsgesprek. TSC betwistte de vordering en stelde dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen, en dat, indien er wel een overeenkomst was, deze vernietigbaar was wegens dwaling en oneerlijke handelspraktijken.

De kantonrechter oordeelde dat er wel degelijk een bemiddelingsovereenkomst tot stand was gekomen. De aanvaarding van het aanbod van Rovidam door TSC werd bevestigd door het voeren van het kennismakingsgesprek. De rechter wees erop dat de reflexwerking van de consumentenbescherming niet van toepassing was, omdat TSC niet als consument kon worden aangemerkt. Het beroep van TSC op dwaling werd afgewezen, omdat de onwetendheid over de tarieven het gevolg was van het niet opmerken van de bijgevoegde tarievenlijst.

De vordering van Rovidam werd toegewezen, en TSC werd veroordeeld tot betaling van € 6.078,32, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en het risico dat partijen lopen bij het niet goed lezen van contractuele documenten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10468013 \ CV EXPL 23-1875 BL
Uitspraakdatum: 8 november 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Rovidam Mondzorgbanen B.V.
gevestigd te Ede
eiseres
verder te noemen: Rovidam
gemachtigde: Van Loon Incasso Advocaten (mr. A.A. Bart)
tegen
[gedaagde] h.o.d.n. TSC (Tandheelkundig Specialistisch Centrum) Hoorn
wonende te [woonplaats] , zaakdoende te Hoorn
gedaagde
verder ook te noemen: TSC
gemachtigde: DAS Legal Services BV (mr. A.M. Gidding)
De zaak in het kort
Eiseres heeft een kandidaat tandarts geïntroduceerd bij gedaagde. Na een vrijblijvend kennismakingsgesprek is deze kandidaat tandarts voor gedaagde gaan werken. In deze zaak vordert eiseres bemiddelingskosten. Volgens gedaagde is geen overeenkomst tot stand gekomen op grond waarvan zij bemiddelingskosten zou moeten betalen. Voor zover die overeenkomst wel zou zijn gesloten is deze volgens gedaagde vernietigbaar, omdat sprake is van een oneerlijke handelspraktijk of dwaling.
De kantonrechter geeft eiseres gelijk. Na de afspraak over het vrijblijvende kennismakingsgesprek heeft eiseres een aanbod gedaan voor een bemiddelingsovereenkomst. Dit aanbod heeft gedaagde aanvaard door het voeren van het kennismakingsgesprek. Reflexwerking van de wettelijke consumentenbescherming tegen oneerlijke handelspraktijken is niet aan de orde, omdat gedaagde niet gelijkgesteld kan worden aan een consument. Ook het beroep op dwaling van gedaagde slaagt niet. Haar onwetendheid over het door eiseres gehanteerde tarief is namelijk niet het gevolg van een onjuiste mededeling of een zwijgen van eiseres, maar van het feit dat gedaagde de tarievenlijst over het hoofd heeft gezien die eiseres als bijlage bij haar aanbod heeft meegezonden. De vordering wordt dus toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Rovidam heeft bij dagvaarding van 12 april 2023 een vordering tegen TSC ingesteld. TSC heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 10 oktober 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. TSC heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Rovidam houdt zich bezig met arbeidsbemiddeling, praktijkbemiddeling en het detacheren van mensen in de gezondheidszorg. TSC is een tandheelkundig specialistisch centrum.
2.2.
Op 12 mei 2022 heeft Rovidam een e-mail aan TSC gestuurd. Daarin vraagt Rovidam of TSC op zoek is naar een ervaren tandarts, onder vermelding van een aantal gegevens van een kandidaat. Deze e-mail eindigt als volgt:
“Interesse om eens kennis met haar te maken? Ik regel graag vrijblijvend een gesprek. Uiteraard kan ik ook eerst haar cv even versturen. Rovidam werkt op basis van No Pay No Cure[bedoeld is: No Cure No Pay]
, dus geheel vrijblijvend.”
2.3.
Naar aanleiding van deze e-mail heeft de praktijkmanager van TSC telefonisch gesproken met een
recruitervan Rovidam.
2.4.
Vervolgens schrijft Rovidam in een e-mail van 16 mei 2022 het volgende aan TSC:
“Hierbij bevestigen wij het kennismakingsgesprek* met [tandarts] (Tandarts).
Op donderdag 19 mei 2022 om 15:45 uur.
Graag horen wij na het gesprek, hoe het is verlopen.Een succesvol gesprek toegewenst!
* Wanneer de praktijk akkoord gaat met een kennismakingsgesprek met een kandidaat, wordt dit tevens beschouwd als een getekende overeenkomst van opdracht op basis van de algemene voorwaarden en tarieven van Rovidam Mondzorgbanen. Een bemiddelingsfee is pas van toepassing nadat een succesvolle bemiddeling heeft plaatsgevonden.”
Als bijlagen bij deze e-mail heeft Rovidam meegestuurd Pdf-bestanden met haar tarieven en algemene voorwaarden.
2.5.
Op 19 mei 2022 heeft het kennismakingsgesprek tussen TSC en tandarts [tandarts] plaatsgevonden.
2.6.
In een e-mail van 6 juli 2022 vraagt Rovidam aan TSC hoe het gesprek met [tandarts] is verlopen.
2.7.
In reactie daarop schrijft TSC in e-mails van 25 en 27 juli 2022 dat zij bezig is met een contract met [tandarts] . Daarbij stelt TSC voor Rovidam te mailen zodra alles rond is, en deelt TSC mee dat dit waarschijnlijk per 1 oktober zal worden.
2.8.
Op 6 oktober 2022 heeft Rovidam een bedrag van € 5.324,00 aan TSC gefactureerd voor de bemiddeling van tandarts [tandarts] .
2.9.
Naar aanleiding van een betalingsherinnering schrijft TSC in een e-mail van 7 november 2022 aan Rovidam:
“Omdat wij deze nota niet verwacht hadden en jullie voorwaarden niet gezien zijn in jullie verzonden bijlagen zijn wij nogal geschrokken van de forse factuur. Wij hadden niet verder doorgegaan als we dit duidelijk van tevoren geweten hadden. Momenteel vragen wij hier juridisch advies over met daarom het verzoek om de factuur op on-hold te zetten.”
2.10.
Correspondentie tussen (de gemachtigden van) partijen heeft niet tot betaling van de factuur of een andere oplossing geleid.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Rovidam vordert dat de kantonrechter TSC veroordeelt tot betaling van € 6.212,97. Zij legt aan de vordering – kort weergegeven – het volgende ten grondslag. Rovidam heeft in opdracht van TSC bemiddeld bij de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst tussen TSC en de door Rovidam voorgedragen tandarts [tandarts] . Het overeengekomen tarief voor een succesvolle bemiddeling bedraagt € 5.324,00 inclusief btw. De factuur voor dit bedrag heeft TSC onbetaald gelaten, ondanks herhaalde aanmaning. Daarom is TSC ook wettelijke handelsrente (tot 19 januari 2023 berekend op € 113,12) en buitengerechtelijke incassokosten (€ 775,85) verschuldigd.
3.2.
TSC betwist de vordering en voert daarvoor – samengevat – het volgende aan. Rovidam heeft uit eigen beweging TSC benaderd voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek met een kandidaat tandarts. Dit aanbod heeft TSC geaccepteerd. Er is geen wilsovereenstemming bereikt over een bemiddelingsovereenkomst met een betalingsverplichting voor TSC. Voor zover de kantonrechter daarover anders oordeelt is volgens TSC sprake van een oneerlijke handelspraktijk door het late moment en de verscholen manier waarop Rovidam haar tarieven en algemene voorwaarden heeft verstrekt. Daarmee is ook sprake van dwaling aan de kant van TSC. Bovendien is de praktijkmanager van TSC niet tekenbevoegd.

4.De beoordeling

4.1.
Rovidam heeft een door haar geselecteerde kandidaat tandarts geïntroduceerd bij TSC. Hoewel TSC daar niet om had gevraagd, is zij akkoord gegaan met het door Rovidam aangeboden vrijblijvende kennismakingsgesprek met tandarts [tandarts] . Dit gesprek heeft plaatsgevonden en geleid tot een overeenkomst tussen TSC en tandarts [tandarts] , op basis waarvan tandarts [tandarts] voor TSC is gaan werken. Tot zover zijn partijen het eens. Het gaat in deze zaak om de vraag of tussen partijen een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen waarmee TSC zich heeft verbonden tot betaling van de door Rovidam gevorderde bemiddelingskosten. Als die vraag bevestigend wordt beantwoord twisten partijen over de vraag of de overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van een oneerlijke handelspraktijk of dwaling.
Partijen hebben een bemiddelingsovereenkomst gesloten
4.2.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Aanbod en aanvaarding zijn wilsverklaringen die in iedere vorm kunnen geschieden, en ook besloten kunnen liggen in gedragingen. In dit geval staat vast dat partijen telefonisch met elkaar in contact zijn getreden na de wervende e-mail van Rovidam van 12 mei 2022. In dat telefoongesprek, dat plaatsvond voor 16 mei 2022, heeft TSC het aanbod van Rovidam tot het houden van een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek met tandarts [tandarts] geaccepteerd. TSC heeft gelijk waar zij stelt dat daarmee geen overeenkomst is gesloten die tot een betalingsverplichting leidt.
4.3.
Naar aanleiding van het hiervoor genoemde telefoongesprek heeft Rovidam per e-mail van 16 mei 2022 ten eerste de afspraak voor het kennismakingsgesprek op 19 mei 2022 bevestigd en het cv van tandarts [tandarts] verstrekt aan TSC. Verder zijn als bijlagen bij deze e-mail de tarievenlijst en algemene voorwaarden van Rovidam aan TSC gezonden, en is meegedeeld dat een bemiddelingsfee van toepassing is indien een succesvolle bemiddeling heeft plaatsgevonden. De kantonrechter is met Rovidam van oordeel dat deze e-mail van 16 mei 2022 moet worden opgevat als een voldoende bepaald aanbod tot het aangaan van een bemiddelingsovereenkomst, waarbij het voeren van het kennismakingsgesprek op 19 mei 2022 de aanvaarding van dit aanbod door TSC inhield.
4.4.
De tarievenlijst van Rovidam die bij de e-mail van 16 mei 2022 was gevoegd vermeldt duidelijk dat het tarief voor een tandarts € 4.400,00 exclusief 21% btw bedraagt. TSC erkent dat zij de e-mail met bijlagen heeft ontvangen, maar voert aan dat zij de meegezonden tarievenlijst en de algemene voorwaarden over het hoofd heeft gezien, en dat zij zich daardoor overvallen heeft gevoeld door de hoogte van de factuur van Rovidam waar het in deze zaak om gaat. Het feit dat TSC de bijlagen over het hoofd heeft gezien moet echter voor haar rekening en risico komen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat in genoemde e-mail uitdrukkelijk staat dat een bemiddelingsfee van toepassing is na een succesvolle bemiddeling. Verder is van belang dat van de kant van TSC op de zitting terecht is aangevoerd dat zij ook wel snapte dat er uiteindelijk een factuur zou komen, en dat zij nooit ontkend heeft dat er iets betaald moet worden. TSC voegt daaraan toe dat ze alleen nooit heeft geweten wat de kosten zouden zijn omdat zij de tarieven niet heeft gezien. Maar zoals hiervoor al is overwogen komt deze omstandigheid voor rekening en risico van TSC.
De rol van de praktijkmanager
4.5.
De communicatie tussen TSC en Rovidam verliep feitelijk via de praktijkmanager van TSC. Tussen partijen staat op zichzelf niet ter discussie dat deze praktijkmanager niet tekenbevoegd is. Maar anders dan TSC betoogt staat dit niet in de weg aan de totstandkoming van de overeenkomst. Zoals hiervoor is geoordeeld is de overeenkomst tot stand gekomen door het voeren van het kennismakingsgesprek op 19 mei 2022. [gedaagde] heeft op de zitting verklaard dat zij dit gesprek met tandarts [tandarts] zelf heeft gevoerd. Voor zover [gedaagde] op dat moment niet op de hoogte was van de inhoud van het aanbod van Rovidam zoals vervat in de e-mail van 16 mei 2022 met bijlagen, blijft dit voor haar rekening en risico. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat deze e-mail (net als alle andere e-mails van Rovidam aan TSC) is gezonden aan het adres info@tsc-hoorn.nl, kennelijk een algemeen e-mailadres van TSC.
TSC kan zich niet met succes beroepen op artikel 6:193b van het Burgerlijk Wetboek (BW)
4.6.
TSC voert aan dat de manier waarop de overeenkomst tot stand is gekomen moet worden aangemerkt als een oneerlijke handelspraktijk zoals bedoeld in artikel 6:193b BW. Deze regeling is van toepassing op overeenkomsten tussen handelaren en consumenten. TSC is geen consument, maar beroept zich op zogenoemde reflexwerking van de wettelijke consumentenbescherming tegen oneerlijke handelspraktijken, omdat zij – kort gezegd – in haar relatie met Rovidam nauwelijks te onderscheiden zou zijn van een consument. Het aannemen van personeel is naar het oordeel van de kantonrechter echter zodanig verbonden aan het houden van een tandheelkundige praktijk dat TSC bij het aangaan van de bemiddelingsovereenkomst op geen enkele manier gelijkgesteld kan worden aan een consument.
Het beroep van TSC op dwaling slaagt niet
4.7.
Verder beroept TSC zich erop dat de overeenkomst tot stand zou zijn gekomen onder invloed van dwaling. Als zij had geweten dat een geslaagde bemiddeling € 4.400,00 exclusief 21% btw zou kosten, dan zou de overeenkomst niet zijn gesloten, aldus TSC. De onwetendheid bij TSC van het door Rovidam gehanteerde tarief is echter niet het gevolg van een onjuiste mededeling van Rovidam of een zwijgen waar gesproken had moeten worden, maar van het feit dat TSC de tarievenlijst die door Rovidam is meegezonden bij de e-mail van 16 mei 2022 over het hoofd heeft gezien. Daarmee is niet voldaan aan de wettelijke vereisten voor vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling.
De conclusie
4.8.
De conclusie is dat TSC op grond van de bemiddelingsovereenkomst die zij met Rovidam heeft gesloten de gevorderde hoofdsom van € 5.324,00 inclusief btw moet betalen.
4.9.
Ook de wettelijke handelsrente over de hoofdsom, waartegen TSC geen zelfstandig verweer heeft gevoerd, is toewijsbaar zoals gevorderd.
4.10.
Verder vordert Rovidam een bedrag van € 775,85 (inclusief btw) voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat Rovidam voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De gevorderde btw over de buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat de btw niet verrekend kan worden, zodat wordt toegewezen een bedrag van € 641,20.
De proceskosten
4.11.
De proceskosten (inclusief nakosten) komen voor rekening van TSC, omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt het afzonderlijk door Rovidam gevorderde bedrag van € 11,00 voor het opvragen van een uittreksel KvK overeenkomstig de aanbevelingen van het LOVCK toegewezen tot een bedrag van € 2,71, zodat de kosten voor de dagvaarding worden begroot op € 113,41 (= € 110,70 volgens opgave van de deurwaarder + € 2,71 KvK).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt TSC tot betaling aan Rovidam van € 6.078,32, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 5.324,00 vanaf 19 januari 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt TSC tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Rovidam tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 113,41
griffierecht € 514,00
salaris gemachtigde € 660,00 (2 punten x tarief € 330,00)
nakosten
€ 132,00totaal € 1.419,41
te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als TSC niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet TSC ook de kosten van betekening betalen;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter