ECLI:NL:RBNHO:2023:11714

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
20 november 2023
Zaaknummer
10695417 \ VV EXPL 23-124
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurde woning wegens hennepkwekerij

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Hoorne Vastgoed B.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die sinds 1 maart 2008 een woning huurt van Hoorne Vastgoed. De aanleiding voor de vordering is de ontdekking van een hennepkwekerij in het gehuurde pand, die werd aangetroffen na een ernstige lekkage in de onderliggende supermarkt. De politie vond 125 hennepplanten, 18 moederplanten en 716 hennepstekken, wat duidt op bedrijfsmatige teelt. Hoorne Vastgoed vordert ontruiming van het pand en betaling van huurachterstand van € 1.653,10. De gedaagde erkent de vordering, maar vraagt om uitstel voor de verhuizing en een betalingsregeling voor de huurachterstand. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang voor Hoorne Vastgoed, gezien de ernstige tekortkomingen van de gedaagde in de huurovereenkomst. De kantonrechter wijst de vordering tot ontruiming toe, met een termijn van zeven dagen na betekening van het vonnis. Ook wordt de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en toekomstige huurpenningen tot de dag van ontruiming. De proceskosten komen voor rekening van de gedaagde. Het vonnis is uitgesproken door mr. E. Kanninga-Jonker op 24 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10695417 \ VV EXPL 23-124
Uitspraakdatum: 24 oktober 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Hoorne Vastgoed B.V.
gevestigd te Uitgeest
eiseres
verder te noemen: Hoorne Vastgoed
gemachtigde: mr. R.A.M. Schram
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Hoorne Vastgoed heeft [gedaagde] op 14 september 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 oktober 2023. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt sinds 1 maart 2008 van Hoorne Vastgoed een woning aan het adres [adres] te [plaats] (hierna: het gehuurde). De huur bedraagt thans € 560,62 per maand. Dit bedrag dient te worden betaald vóór de eerste dag van iedere maand.
2.2.
Het gehuurde is gelegen boven een supermarktruimte die eigendom is van Hoorne Vastgoed en wordt geëxploiteerd door [bedrijf]. Op 20 juni 2023 is in die supermarkt een ernstige lekkage ontstaan. Bij onderzoek naar de oorzaak van de lekkage trof de politie in het gehuurde een hennepplantage aan.
2.3.
De burgemeester van [plaats] heeft op grond van artikel 13b van de Opiumwet het gehuurde gesloten van 20 juni 2023 tot 20 september 2023. In het besluit van de burgemeester staat onder meer:
In de woning aan de [adres] te [plaats] zijn 125 hennepplanten, 18 moederplanten en 716 hennepstekken gevonden. (…) Gezien de hoeveelheid hennep en de aangetroffen apparatuur is het aannemelijk dat hier sprake is geweest van bedrijfsmatige teelt van hennep, waar grote financiële belangen mee zijn gemoeid. (…) De politie schatte, mede door de aanwezige CO-2 apparatuur en Opticlimates, de professionaliteit van de plantage in als hoog.Daarnaast is de veiligheid van de omgeving ernstig in gevaar gebracht doordat illegaal en in strijd met de voor elektrische installaties geldende normen stroom is afgetapt. Zowel het in strijd met de geldende veiligheidsnormen gebruiken van stroom als de hennepkwekerij op zichzelf brengen ernstig brandgevaar voor de aangrenzende panden met zich mee. Ook is er lekkage ontstaan waar de onderliggende Vomar supermarkt veel hinder van heeft ondervonden. Daarnaast hebben zij zowel materiele als economische schade geleden door deze lekkage. De Vomar supermarkt werd hierdoor gedwongen de winkel te sluiten waardoor er inkomsten zijn misgelopen. Ook hebben zij een professioneel bedrijf in moeten schakelen om de schade te repareren. (…)

3.De vordering

3.1.
Hoorne Vastgoed vordert dat de kantonrechter, bij wijze van voorlopige voorziening, [gedaagde] veroordeelt tot (samengevat):
- betaling van € 1.653,10 aan huurachterstand binnen drie werkdagen na dit vonnis;
- ontruiming van het gehuurde binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met machtiging aan Hoorne Vastgoed om – indien [gedaagde] hiermee in gebreke blijft – de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met de hulp van de sterke arm;
- betaling van € 560,62 voor iedere maand, of gedeelte daarvan, dat de huurovereenkomst voortduurt.
3.2.
Hoorne Vastgoed legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] ernstig te kort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst door in het gehuurde een hennepkwekerij in te richten/te exploiteren. [gedaagde] heeft het gehuurde verbouwd, de elektrische installatie aangepast en illegale activiteiten in het gehuurde verricht. Als gevolg daarvan is het gehuurde ernstig beschadigd en is een brandgevaarlijke situatie gecreëerd. Ook is een ernstige lekkage ontstaan als gevolg van de (ondeugdelijk aangebrachte) voorzieningen ten behoeve van de hennepkwekerij. Daarnaast heeft [gedaagde] een huurachterstand, die per 1 oktober 2023 € 1.653,10 bedraagt.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] erkent de vorderingen. Wel verzoekt hij om tot 1 november 2023 de gelegenheid te krijgen om zijn inboedel te verhuizen en het gehuurde deugdelijk op te leveren aan Hoorne Vastgoed. Voor de huurachterstand wenst [gedaagde] een betalingsregeling te treffen.

5.De beoordeling

Spoedeisend belang
5.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Hoorne Vastgoed daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om een vordering tot ontruiming wegens (onder meer) het exploiteren van een professionele hennepkwekerij in het gehuurde. [gedaagde] heeft het spoedeisend belang van Hoorne Vastgoed ook niet betwist.
Ontruiming
5.2.
Niet in geschil is dat [gedaagde] ernstig te kort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. De tekortkoming is zodanig dat het zeer aannemelijk is dat de kantonrechter de huurovereenkomst in een bodemprocedure zal ontbinden. De gevorderde ontruiming is dan ook gerechtvaardigd en zal worden toegewezen. De kantonrechter ziet aanleiding een ontruimingstermijn te bepalen op een termijn van zeven dagen na betekening van dit vonnis.
5.3.
De gevorderde machtiging tot gedwongen ontruiming is niet toewijsbaar. Indien noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis, kan de deurwaarder met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 555 e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zonder toestemming van de gebruiker het betreffende pand betreden en ontruimen.
Huurachterstand
5.4.
Hoorne Vastgoed vordert betaling van € 1.653,10 aan huurachterstand. [gedaagde] heeft de huurachterstand erkend. Hij zal daarom worden veroordeeld tot betaling van dat bedrag. De kantonrechter zal de termijn voor betaling daarvan vaststellen op zeven dagen na betekening van dit vonnis.
5.5.
[gedaagde] is over de huurachterstand wettelijke rente verschuldigd. Hoorne Vastgoed vordert deze rente vanaf de datum van dagvaarden (14 september 2023). Op die datum waren de huurpenningen voor de maand oktober 2023 echter nog niet opeisbaar, zodat [gedaagde] met de betaling daarvan nog niet in verzuim was. Over dat deel van de vordering was [gedaagde] dus nog geen wettelijke rente verschuldigd. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen als na te melden.
5.6.
De kantonrechter kan geen betalingsregeling opleggen. Voor het treffen van een betalingsregeling kan [gedaagde] contact opnemen met (de gemachtigde van) Hoorne Vastgoed. De gemachtigde van Hoorne Vastgoed heeft zich ter zitting bereid verklaard na vonniswijzing tot een mogelijke betalingsregeling met [gedaagde] te komen.
Toekomstige huurpenningen
5.7.
Ook de vordering tot betaling van toekomstige huurpenningen kan worden toegewezen, met dien verstande dat [gedaagde] de huurprijs verschuldigd is tot de dag van ontruiming en niet, zoals Hoorne Vastgoed heeft gevorderd, voor zolang de huurovereenkomst voortduurt.
Proceskosten
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij (grotendeels) ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan Hoorne Vastgoed te betalen een bedrag van € 1.653,10, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.092,48 vanaf 14 september 2023 en de wettelijke rente over € 560,62 vanaf 1 oktober 2023, een en ander tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde leeg en ontruimd, bezemschoon en onder afgifte van alle sleutels aan Hoorne Vastgoed ter beschikking te stellen;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om voor iedere maand, of gedeelte daarvan, dat het gehuurde na 31 oktober 2023 niet is ontruimd aan Hoorne Vastgoed vóór de eerste dag van iedere betreffende maand een bedrag te voldoen van € 560,62;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Hoorne Vastgoed tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 110,70
griffierecht € 365,00
salaris gemachtigde € 529,00
nakosten € 132,00 , voor zover daadwerkelijk nakosten worden gemaakt;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Kanninga-Jonker en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter