Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 januari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene als kentekenhouder van een voertuig. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene zelf aanwezig, evenals de vertegenwoordiger van de officier van justitie. De betrokkene voerde aan dat hij op het moment van de gedraging in Rotterdam was voor een bezichtiging en dat hij de auto ten tijde van de gedraging niet zelf bestuurde. Hij stelde dat de sleutels van de auto thuis lagen en dat andere familieleden de auto konden gebruiken.
De kantonrechter overwoog dat volgens artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) de sanctie wordt opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven. De rechter benadrukte dat het niet relevant is of de betrokkene zelf op de plaats van de gedraging was, maar of de auto waarvan het kenteken op zijn naam stond, daadwerkelijk betrokken was bij de gedraging. De betrokkene betwistte niet dat de auto daar was, waardoor de boete terecht was opgelegd.
De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af, omdat het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.