Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
De in de huurovereenkomst bepaalde huurprijs is € 631,00 per maand, inclusief een bedrag aan servicekosten van € 131,00. De “kale” huurprijs is € 500,00 per maand.
De huurovereenkomst heeft een looptijd van 2 jaar.
De Huurcommissie heeft hierop een onderzoek in de door [gedaagde] gehuurde woonruimte uitgevoerd en hiervan rapport opgemaakt.
Op 13 april 2023 heeft de mondelinge behandeling van dit verzoek plaatsgevonden. Beide partijen waren bij deze behandeling aanwezig.
(i) aan de woning 79 punten toegekend;
(ii) bepaald dat € 400,00 per maand een redelijke kale huurprijs is;
(iii) vanwege de aan de woning klevende gebreken deze huurprijs per 1 november 2021 tijdelijk verlaagd tot € 240,00 per maand.
3.Het geschil
(i) bepaalt dat de in de huurovereenkomst vermelde “kale” huurprijs van € 500,00 per maand redelijk is;
(ii) voor recht verklaart dat de woonruimte geen gebreken vertoonde die een verlaging van deze huurprijs rechtvaardigt.
4.De beoordeling
Flexwonen kan in haar vordering worden ontvangen en de kantonrechter komt toe aan een inhoudelijke beoordeling van het verschil.
Flexwonen heeft ter onderbouwing een door een door haar ingeschakelde deskundige (Duresta) uitgebracht rapport overgelegd. Als nagezonden productie 14 heeft Flexwonen nog een e-mail overgelegd van Duresta dat strekt tot aanpassing van dit rapport.
Flexwonen heeft daarnaast nog betoogd dat de Huurcommissie op onjuiste gronden is overgegaan tot het verlagen van de huurprijs vanwege gebreken.
[gedaagde] heeft haar standpunten eveneens onderbouwd door het overleggen van een rapportage die is opgesteld door een door haar ingeschakelde deskundige (Stolker). Deze deskundige heeft zijn bevindingen op de mondelinge behandeling nog mondeling toegelicht en waar nodig aangepast in de door hem opgestelde “pleitnota”.
Het puntenaantal
Flexwonen stelt dat aan het gehuurde 85 punten moeten worden toegekend.
[gedaagde] stelt dat aan het gehuurde 76 punten moeten worden toegekend.
Beide partijen verwijzen ter onderbouwing naar het oordeel van de door hen afzonderlijk ingeschakelde deskundigen. Beide partijen hebben uitgelegd op welke onderdelen zij het oordeel van de Huurcommissie bestrijden. De kantonrechter zal per onderdeel de stellingen van partijen hierover bespreken.
De WOZ- waarde
Partijen zijn het er over eens dat de Huurcommissie van een te hoge WOZ-waarde is uitgegaan en dat deze moet worden vastgesteld op € 50.000,00. Evenmin in geschil is dat hierom 14 punten aan de woning moeten worden toegekend. Dit leidt tot een verlaging van het door de Huurcommissie vastgestelde puntenaantal met 6 punten.
Flexwonen stelt onder verwijzing naar de rapportages van Duresta dat zij aan [gedaagde] en de andere bewoners van het complex een wasruimte ter beschikking heeft gesteld. De oppervlakte van deze ruimte heeft de Huurcommissie ten onrechte niet meegenomen. Gelet op deze oppervlakte en het aantal huurders waarmee [gedaagde] deze ruimte heeft moeten delen, dient hieraan 0,10 punten te worden toegekend, aldus Flexwonen.
[gedaagde] heeft hier slechts tegen ingebracht dat de aanwezigheid van deze ruimte niet staat vermeld in de schriftelijke huurovereenkomst en dat de oppervlakte van deze ruimte om die reden niet bij de vaststelling van de redelijke huurprijs moet worden meegenomen.
Duresta heeft hiervoor 0,10 punten aan de woning toegekend. [gedaagde] heeft de hoogte van dit toegekende puntenaantal voor het overige niet betwist.
Dit brengt mee dat de kantonrechter in tegenstelling tot de Huurcommissie voor de aanwezigheid van de gezamenlijke wasruimte 0,10 punten aan de woning zal toekennen. Dit leidt tot een verhoging van het door de Huurcommissie vastgestelde puntenaantal van 0,10 punten.
Flexwonen stelt onder verwijzing naar rapportages van Duresta dat het gehuurde beschikt over twee verwarmde ruimtes en dat hiervoor 4 punten aan de woning moeten worden toegekend.
[gedaagde] heeft hiertegen ingebracht dat het gehuurde een woon- en slaapkamer met open keuken is wat als één ruimte moet worden beschouwd in plaats van twee, waar Flexwonen van uitgaat.
“ 4.4.6 Open keukens Voor open keukens gelden de volgende regels. Een open keuken wordt als afzonderlijk verwarmd vertrek beschouwd en krijgt dus 2 punten in geval van een individueel verwarmingssysteem (…)”Met Flexwonen gaat de kantonrechter dan ook uit van de aanwezigheid van twee verwarmde ruimtes. Met Flexwonen is de kantonrechter van oordeel dat de Huurcommissie ten onrechte hieraan geen punten heeft toegekend. Dit brengt mee dat de kantonrechter in tegenstelling tot de Huurcommissie 4 punten hiervoor aan het gehuurde toekent. Dit leidt tot een verhoging van het door de Huurcommissie vastgestelde puntenaantal van 4 punten.
De energieprestatie
Flexwonen heeft in de dagvaarding gesteld dat aan het gehuurde op dit onderdeel 36 punten moeten worden toegekend. Uit de toelichtende e-mail van Duresta en het bij deze e-mail bijgevoegde gewijzigde rapport, overgelegd als nadere productie 14, begrijpt de kantonrechter dat Flexwonen haar standpunt inmiddels heeft gewijzigd en er inmiddels van uitgaat dat de Huurcommissie het juiste puntenaantal heeft toegekend.
De kantonrechter stelt vast dat partijen hierover niet meer van mening verschillen en zich allebei conformeren aan het door de Huurcommissie toegekende puntenaantal.
De keuken
Flexwonen heeft onder verwijzing naar de rapportages van Duresta gesteld dat het aanrecht langer dan een meter is, zodat daaraan 4 punten moeten worden toegekend.
[gedaagde] heeft de gestelde lengte van het aanrechtblad gemotiveerd betwist.
De enkele verwijzing naar de rapportage van Duresta is van onvoldoende gewicht. In dat kader merkt de kantonrechter op dat Duresta in opdracht van Flexwonen heeft geopereerd en dat Duresta om die reden als partijdeskundige wordt beschouwd.
De kantonrechter stelt vast dat het op dit onderdeel door de Huurcommissie toegekende puntenaantal op basis van de voorhanden informatie niet kan worden aangepast.
De buitenruimtes
Flexwonen erkent dat het gehuurde niet beschikt over een privébuitenruimte, maar betwist dat dat leidt tot een aftrek van vijf punten. Flexwonen beroept zich hiertoe op de inhoud van het Beleidsboek. Flexwonen stelt daarnaast dat het er op het terrein een parkeergelegenheid is, die zij aan de bewoners van het complex ter beschikking stelt. Dit is een gemeenschappelijke buitenruimte waarvoor de Huurcommissie ten onrechte geen punten aan het gehuurde heeft toegekend. De huurcommissie had hiervoor 0,26 punten aan het gehuurde moeten toekennen, aldus Flexwonen.
[gedaagde] stelt dat de Huurcommissie op goede gronden 5 punten aftrek heeft toegepast vanwege de afwezigheid van een privébuitenruimte. Daarnaast betwist zij dat de parkeergelegenheid als gemeenschappelijke ruimte moet worden beschouwd, aangezien deze parkeergelegenheid ook vrij toegankelijk is voor derden en dus als openbaar gebied moet worden beschouwd.
Over de door de Huurcommissie toegepaste puntenaftrek vanwege de afwezigheid van een privébuitenruimte overweegt de kantonrechter als volgt. Het Beleidshandboek, waar Flexwonen ter onderbouwing naar verwijst, bevat hierover de volgende passage:
“4.9 Privé-buitenruimten
(i) Het gehuurde bevat een privé-buitenruimte die een diepte, breedte en vrije hoogte heeft van 1,50 m of meer. In dat geval moeten er punten aan de gehuurde woning worden toegekend.
(ii) Het gehuurde bevat een privé-buitenruimte, maar deze heeft geen diepte, breedte en vrije hoogte heeft van 1,50 m of meer. In dat geval worden er geen punten aan de gehuurde woning toegekend.
(iii) Het gehuurde bevat geen privé-buitenruimte. In dat geval moet er een puntenaftrek van 5 punten worden toegepast.
Voor zover Flexwonen hiermee erkent dat het gehuurde in het geheel geen privébuitenruimte heeft, gaat zij uit van een verkeerde lezing van het Beleidsboek. Immers, het ontbreken van een privé-buitenruimte leidt tot een aftrek van vijf punten.
Voor zover Flexwonen heeft gesteld dat het gehuurde een privé-buitenruimte bevat die geen diepte, breedte en vrije hoogte heeft van 1,50 m of meer, heeft zij deze stelling onvoldoende geconcretiseerd. Het voorgaande brengt mee dat de door de Huurcommissie toegepaste puntenaftrek niet hoeft te worden aangepast.
[gedaagde] heeft de aanwezigheid van deze parkeergelegenheid erkend. Dat deze parkeergelegenheid vanaf de openbare ruimte vrij toegankelijk is voor derden, doet daaraan niet af. Dit leidt tot een verhoging van het door de Huurcommissie vastgestelde puntenaantal van 0,26 punten.
korting vanwege gebreken
€ 389,87 tijdelijk te verlagen vanwege de aanwezigheid van gebreken.
conclusie