Op 7 november 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een aantal beroepen tegen het wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden, ingesteld door zes eisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers niet-ontvankelijk zijn, omdat zij niet hebben aangetoond dat zij een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang hebben. De eisers hadden beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Natuur en Stikstof van 22 november 2022, dat betrekking heeft op de wijziging van Natura 2000-gebieden. De rechtbank heeft de formeel bevoegde rechtbank Gelderland gevraagd om de zaken te behandelen, wat is goedgekeurd.
Tijdens de zitting op 18 juli 2023 is niemand namens de eisers verschenen, terwijl de minister vertegenwoordigd was door verschillende ambtenaren. De rechtbank heeft de eisers eerder verzocht om aan te geven tegen welke Natura 2000-gebieden hun beroep zich richtte, maar hierop is geen reactie ontvangen. De rechtbank heeft vervolgens ambtshalve beoordeeld of de eisers belanghebbenden zijn bij het wijzigingsbesluit.
De rechtbank concludeert dat de eisers geen belanghebbenden zijn, omdat uit hun beroepschriften niet blijkt dat hun belangen door het wijzigingsbesluit worden geraakt. De rechtbank heeft daarom de beroepen niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van de beroepen niet aan de orde komt. De eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.