ECLI:NL:RBNHO:2023:11473

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
C/15/344259 / KG ZA 23-504
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot meewerken aan toedeling echtelijke woning in kort geding afgewezen, met uitzondering van aanwijzing taxateur

In deze zaak, die op 22 november 2023 door de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, hebben partijen, een vrouw en een man, beiden een vordering ingediend in het kader van een kort geding. De vrouw vorderde dat de man zou meewerken aan de taxatie van hun gezamenlijke woning en de toedeling daarvan aan haar. De man vorderde op zijn beurt dat de vrouw zou meewerken aan de toedeling van de woning aan hem. Beide partijen zijn nog gehuwd en hebben een minderjarige zoon, waarvoor zij een zorgregeling hebben getroffen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen tot toedeling van de woning in zowel conventie als reconventie zijn afgewezen. De rechter oordeelde dat, hoewel een partiële verdeling onder bijzondere omstandigheden mogelijk is, de financiële onderbouwing van de vorderingen door beide partijen onvoldoende was om tot een beslissing te komen. De rechter heeft echter wel de verzoeken van beide partijen om een taxateur aan te wijzen toegewezen, waarbij de waarde van de woning bindend zal zijn voor hen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/344259 / KG ZA 23-504
Vonnis in kort geding van 22 november 2023
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [plaats 1],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.P.A. Meghoe te Haarlem,
tegen
[de man],
wonende te [plaats 1],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. Z. Taspinar te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 7 producties
  • de conclusie van antwoord tevens inhoudende reconventionele vorderingen alsmede overlegging 4 producties
  • de aanvullende productie 5 van de zijde van de man
  • de aanvullende productie 8 van de zijde van de vrouw
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van de vrouw
  • de pleitnota van de man.
1.2.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling op 8 november 2023 zijn verschenen de vrouw, bijgestaan door mr. Meghoe voornoemd en de man, bijgestaan door mr. Taspinar voornoemd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 18 mei 2018 met elkaar gehuwd. Momenteel is een echtscheidingsverzoek aanhangig bij deze rechtbank onder zaaknummer C/15/338303. Die zaak staat op de rol voor het bepalen van een datum voor een mondelinge behandeling.
2.2.
Partijen zijn gezamenlijk eigenaar van een woning aan de [adres] te [postcode] [plaats 1] (hierna: de woning).
Op de woning rust (momenteel) een hypotheekschuld van € 188.616,00, voor welke schuld partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn.
2.3.
In het kader van de voorlopige voorzieningen bij echtscheiding verblijven partijen uit hoofde van een zogenoemde ‘birdnesting-regeling’ om de beurt in de woning voor de zorg van hun minderjarige zoon, [minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats 2].

3.Het geschil

in conventie
3.1.
De vrouw vordert samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
de man zal veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan taxatie van de woning door een door de rechtbank aan te wijzen makelaar, op straffe van een dwangsom,
de man zal veroordelen om binnen 8 weken na het taxatierapport is uitgebracht dan wel verstrekt medewerking te verlenen aan de levering van zijn onverdeelde aandeel in de woning aan de vrouw op basis van de door de makelaar vastgestelde waarde,
de man zal veroordelen de helft van de makelaarskosten te voldoen
de man zal veroordelen om onvoorwaardelijk en onherroepelijk alle medewerking te verlenen aan de levering van zijn onverdeelde aandeel in de woning tegen gehoudenheid van de vrouw om aan de man de helft van de overwaarde te voldoen, bij gebreke waar van dit vonnis in de plaats zal treden van de wilsverklaring van de man,
de man zal veroordelen om binnen 2 weken voor de levering al zijn persoonlijke spullen uit de woning te halen en uiterlijk binnen voornoemde termijn alle sleutels met betrekking tot de woning aan de vrouw dan wel aan de met de levering van het onverdeelde aandeel van de man in de woning belaste notaris te overhandigen, waarna het de man niet meer is toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de vrouw in de woning te verblijven,
de man zal veroordelen in de kosten van dit geding en de nakosten.
3.2.
De vrouw legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij belang heeft bij een partiële verdeling. Zij stelt dat zij op dit moment de woning aan zich kan laten toedelen, terwijl de man de woning niet aan zich kan laten toedelen. Zij verklaart dat zij spoedeisend belang heeft, omdat zij in december 2022 voor het overnemen van de woning van haar moeder een bedrag geschonken heeft gekregen met een verhoogde fiscale vrijstelling welk bedrag uiterlijk in 2023 moet worden betaald, omdat het wettelijk kader van de regeling met ingang van 1 januari 2024 eindigt. Zij voert aan dat zij de huidige hypotheek kan overnemen en dat zij het geld dat nodig is om de man zijn aandeel in de overwaarde van de woning te betalen kan betalen, onder meer door een bedrag bij te lenen en met behulp van een lening van haar moeder.
3.3.
De man voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
De man vordert samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
  • de vrouw zal veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan taxatie van de woning door een door de rechtbank aan te wijzen makelaar, op straffe van een dwangsom,
  • de vrouw zal veroordelen om binnen 8 weken na ontvangst van het taxatierapport mee te werken aan de levering van haar onverdeelde aandeel in de woning aan de man op basis van de door de makelaar vastgestelde waarde,
  • de vrouw zal veroordelen de helft van de makelaarskosten te voldoen,
  • de vrouw zal veroordelen om onvoorwaardelijk en onherroepelijk alle medewerking te verlenen aan de levering van haar onverdeelde aandeel in de woning tegen gehoudenheid van de man om aan de vrouw de helft van de overwaarde te voldoen, bij gebreke waar van dit vonnis in de plaats zal treden van de wilsverklaring van de man (de voorzieningenrechter begrijpt: de vrouw),
  • de vrouw zal veroordelen om binnen 2 weken voor de levering met al haar persoonlijke spullen de woning te verlaten en uiterlijk binnen voormelde termijn alle sleutels met betrekking tot de woning aan de man dan wel bij de levering aan de woning aan de man aan de notaris te overhandigen, alsmede zal bepalen dat het de vrouw niet meer is toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de man in de woning te verblijven,
  • de vrouw zal veroordelen in de kosten van dit geding en de nakosten.
3.6.
De man legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat hij de woning aan zich wil laten toedelen en daartoe financieel in staat is door het overnemen van de bestaande hypotheek en met de hulp van zijn vader. Ook kan hij de vrouw haar aandeel in de overwaarde vergoeden.
3.7.
De vrouw voert verweer op de gronden als in conventie aangevoerd.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Gelet op de grote samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, de vorderingen zijn elkaars spiegelbeeld, zullen de vorderingen gezamenlijk worden beoordeeld en beslist.
Spoedeisend belang
4.2.
Door de man is aangevoerd dat de vrouw geen, althans onvoldoende, spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Dit verweer gaat niet op. Het spoedeisend belang volgt voldoende uit de stelling van de vrouw dat zij de schenking van haar moeder in het kader van de zogenoemde ‘jubelton’ nog dit jaar moet besteden aan een eigen woning in verband met de toekomstige wetswijziging per 1 januari 2024.
Toedeling van de woning
4.3.
De man heeft primair gesteld dat de vordering van de vrouw neerkomt op een vordering tot verdeling en dat een dergelijke vordering zich naar zijn aard niet leent voor kort geding, gelet op de onomkeerbaarheid van de tenuitvoerlegging na een toewijzend vonnis. Voor het geval de voorzieningenrechter van oordeel is dat de zaak zich wel leent voor kort geding, wenst de man op zijn beurt toedeling van de woning op korte termijn.
4.4.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Onder bijzondere omstandigheden kan in kort geding een partiële verdeling worden toegewezen. De omstandigheid dat de vrouw de schenking die zij van haar moeder heeft ontvangen vorig jaar uiterlijk dit jaar moet investeren in een eigen woning, zou kunnen worden aangemerkt als zo’n bijzondere omstandigheid. Bij die beoordeling moeten echter de belangen van beide partijen worden meegewogen. Partijen vorderen allebei toedeling van de woning. Zij hebben van elkaar de financiële onderbouwing van de mogelijkheid om die toedeling te financieren met hulp van een van hun ouders betwist, zodat de juistheid van hun stellingen daaromtrent in deze kort geding procedure niet kan worden vastgesteld. Een kort geding procedure leent zich naar zijn aard niet voor nader feitenonderzoek en/of nadere bewijslevering. Dat zou in de bodemprocedure moeten plaatsvinden.
4.5.
Partijen hebben verder over en weer aangevoerd dat zij het meeste belang hebben bij toedeling van de woning omdat zij nergens anders voor vervangende woonruimte in aanmerking komen op dit moment en hun sociale netwerk in de directe omgeving van de woning hebben. Verder hebben zij aangevoerd dat zij op het adres waar zij thans verblijven Berkin niet meerdere dagen bij zich kunnen hebben.
4.6.
In deze procedure kan ook niet worden beoordeeld welke partij het zwaarst wegende belang heeft bij toedeling van de woning. Ook daarvoor is nader feitenonderzoek noodzakelijk.
Daar komt bij dat partijen in de reeds aanhangige echtscheidingsprocedure over en weer hebben verzocht dat het hoofdverblijf van hun minderjarige zoon bij haar/hem wordt bepaald. Daar kan in dit kort geding niet op vooruit gelopen worden, omdat bij de beoordeling daarvan het belang van de minderjarige voorop staat en in dit kort geding kan niet worden beoordeeld wat het meest in het belang van Berkin geacht moet worden. Momenteel geven partijen uitvoering aan de in het kader van de voorlopige voorzieningen bepaalde birdnesting-regeling, waarbij zij om beurten met Berkin in de woning verblijven. Niet is gesteld of aannemelijk geworden dat voortzetting van deze birdnesting-regeling in afwachting van de uitkomst van de bodemprocedure niet van partijen gevergd kan worden.
4.7.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen en beslist volgt dat de vorderingen tot toedeling van de woning in conventie en in reconventie worden afgewezen.
Aanwijzen taxateur
4.8.
Partijen hebben ieder voor zich ook verzocht om taxatie van de woning door een door de rechtbank aan te wijzen taxateur. Desgevraagd hebben zij tijdens de zitting verklaard dat, ook als de vorderingen tot toedeling van de woning worden afgewezen, zij graag zouden willen dat de voorzieningenrechter alvast een taxateur voor de woning aanwijst, waarbij zij overeengekomen zijn dat de door de taxateur vast te stellen waarde voor hen bindend zal zijn.
4.9.
Nu partijen het er over eens zijn om de waarde van de woning nu al bij wijze van bindende taxatie te laten vaststellen, zal dit worden toegewezen.
Rekening houdend met de verklaring van partijen ter zitting over een aantal makelaars/taxateurs die zij niet benoemd willen zien, zal de voorzieningenrechter bepalen dat partijen gezamenlijk opdracht moeten geven voor de taxatie aan de hierna te noemen makelaar/taxateur.
4.10.
Aangezien partijen gehuwd zijn zullen de proceskosten in conventie en in reconventie worden gecompenseerd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
bepaalt dat partijen gezamenlijk opdracht tot taxatie van de woning zullen geven aan Van Overbeek Makelaars en Taxateurs, Gorslaan 12, 1441 RG Purmerend;
5.2.
stelt vast dat partijen overeengekomen zijn dat de door Van Overbeek Makelaars en Taxateurs te bepalen waarde voor de woning tussen hen als bindend geldt;
5.3.
verklaart de hiervoor in r.o. 5.1 genoemde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier C. Vis-van Zanden op 22 november 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 1155