ECLI:NL:RBNHO:2023:11314

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
344813
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

Op 26 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] in [plaats]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 30 november 2024 en een machtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 20 januari 2024. De minderjarige verblijft momenteel bij [verblijfplaats], maar deze plek is niet geschikt voor langdurig verblijf. De gecertificeerde instelling (GI) heeft aangegeven dat er nog steeds geen passende vervolgplek voor de minderjarige is gevonden, ondanks intensieve zoektochten. De minderjarige heeft een belaste voorgeschiedenis, waaronder blootstelling aan huiselijk geweld en een diagnose van het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS), wat zijn ontwikkeling ernstig belemmert. De kinderrechter benadrukt de verantwoordelijkheid van de betrokken gemeente om de benodigde zorg en een passende woonplek te bieden. De beslissing is genomen na een mondelinge behandeling met gesloten deuren, waarbij verschillende belanghebbenden aanwezig waren, waaronder de pleegouders en vertegenwoordigers van de GI. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling zijn voldaan en dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Alkmaar
Zaaknummer: C/15/344813 / JU RK 23-1532
Datum uitspraak: 26 oktober 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp en verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Alkmaar,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] ,
advocaat mr. M. Berbee, kantoor houdende te Den Helder.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de pleegmoeder],
hierna te noemen: de pleegmoeder,
wonende te [plaats] , Texel,
en
[de pleegvader],
hierna te noemen: de pleegvader,
wonende te [plaats] , Texel,
hierna samen te noemen: de pleegouders.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 29 september 2023;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 12 oktober 2023;
  • het e-mailbericht van de GI, met bijlage van de pleegouders, van 13 oktober 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2023 bij [verblijfplaats] te [plaats] . Daarbij waren aanwezig:
- [de minderjarige] met zijn advocaat;
  • de pleegmoeder;
  • [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI;
  • [gedragsdeskundige] , gedragsdeskundige bij [verblijfplaats] ;
  • [één-op-één begeleider] , één-op- één begeleider van [de minderjarige] .

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 26 maart 2014 is [de minderjarige] onder voogdij gesteld van de pleegouders.
2.2.
Bij beschikking van 30 november 2021 is [de minderjarige] onder toezicht gesteld tot
30 november 2022. Bij beschikking van 29 november 2022 is de ondertoezichtstelling verlengd tot 30 november 2023.
2.3.
Bij beschikking van 17 februari 2022 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp (na spoed) verleend tot 17 mei 2022. De machtiging is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 15 april 2023.
2.4.
Bij beschikking van 22 juni 2023 is er een machtiging gesloten jeugdhulp (na spoed) verleend voor de duur van vier weken, tot 20 juli 2023, onder aanhouding van de beslissing op het meer verzochte.
2.5.
Bij beschikking van 13 juli 2023 (en herstelbeschikking van 9 augustus 2023) heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 20 oktober 2023.
2.6.
Bij ambtshalve beschikking van 16 oktober 2023 heeft de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlengd tot 27 oktober 2023, onder aanhouding van het meer verzochte.
2.7.
[de minderjarige] verblijft op grond van voornoemde machtiging bij [verblijfplaats] , locatie [locatie] , te [plaats] .

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] te verlengen voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Tevens wordt door de GI een machtiging verzocht om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
3.2.
Ter onderbouwing van het verzochte heeft de GI het volgende naar voren gebracht. [de minderjarige] kent een belaste voorgeschiedenis, waarin hij tot z’n derde levensjaar is blootgesteld aan veel spanning, onveiligheid en instabiliteit in de thuissituatie doordat sprake was van huiselijk geweld tussen zijn ouders. Daarbij heeft de moeder van
[de minderjarige] tijdens de zwangerschap van [de minderjarige] veel gedronken. Recent is [de minderjarige] als gevolg hiervan gediagnosticeerd met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). Daarbij kampt [de minderjarige] met ADHD en ODD. Hierdoor heeft hij moeite om zijn emoties te reguleren, waardoor hij zich agressief en impulsief kan gedragen. Ook heeft hij problemen met het overzien en begrijpen van situaties. Hierdoor komt hij in grensoverschrijdende incidenten terecht. [de minderjarige] woonde van medio 2010 tot 17 februari 2022 bij de pleegouders. In de thuissituatie bij de pleegouders liet [de minderjarige] steeds vaker onveilig gedrag zien en was hij niet meer te hanteren.
3.3.
Sinds 22 juni 2023 verblijft [de minderjarige] (opnieuw) bij [verblijfplaats] . Eerder verbleef hij ook gedurende veertien maanden bij [verblijfplaats] . Vanuit zijn eerdere plaatsing bij [verblijfplaats] is [de minderjarige] doorgestroomd naar een eigen plek binnen een woongroep van [GGZ] . Hier is het niet goed gegaan, waardoor [de minderjarige] opnieuw bij [verblijfplaats] is geplaatst. Bij [verblijfplaats] gaat het goed met hem. Hij heeft een eigen appartement en krijgt één-op-één begeleiding. Gemiddeld vindt er nog één keer per week een incident plaats. Dit gebeurt als [de minderjarige] het ergens niet mee eens is of hem iets onduidelijk is. [de minderjarige] doet het goed op structuur en duidelijkheid, dat miste hij bij [GGZ] . [de minderjarige] heeft veel vrijheden binnen [verblijfplaats] en werkt vijf dagen in de week als bezorger.
3.4.
Sinds [de minderjarige] weer bij [verblijfplaats] verblijft, zoekt de GI al naar een passende vervolgplek voor hem. Deze plek is nog steeds niet gevonden. [de minderjarige] is aangemeld bij verschillende zorgaanbieders. In het verleden is [de minderjarige] bij veel zorgaanbieders afgewezen vanwege zijn IQ (92) of vanwege het feit dat hij een te intensieve behandeling nodig heeft. Het is van belang dat [de minderjarige] naar een vervolgplek gaat waar hij onvoorwaardelijk kan blijven wonen. Op dit moment is nog geen concrete vervolgplek voor [de minderjarige] gevonden. De GI acht het van belang dat [de minderjarige] bij [verblijfplaats] verblijft, totdat er een geschikte vervolgplek voor hem is. [de minderjarige] kan nog niet binnen een open setting verblijven, nu hij nog beter moet leren omgaan met vrijheden. De overgang naar een vervolgplek moet in kleine stapjes gaan.
3.5.
Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de GI hieraan toegevoegd dat er op dit moment nog steeds geen passende plek voor [de minderjarige] is gevonden. De betrokken gemeentes zijn in gesprek met verschillende zorgaanbieders en moeten er met elkaar zien uit te komen. De GI wordt hierbij niet betrokken, maar draagt wel ideeën aan en geeft aan wat voor plek passend is voor [de minderjarige] . Voor [de minderjarige] zou het beste zijn als hij een eigen woning krijgt met één-op-één begeleiding, bij een zorginstelling of in een woonwijk. Op dit moment neemt niemand de verantwoordelijkheid voor een plek voor [de minderjarige] . Twee weken terug heeft de GI de situatie van [de minderjarige] ook besproken met het Regionaal Expertteam (RET). Hierop is een analyse gekomen, zodat duidelijk is wat nodig is. De GI is met verschillende partijen in gesprek, maar merkt dat veel zorgaanbieders vasthouden aan diagnostiek. [de minderjarige] past vanwege zijn problematiek niet in een jeugdzorggroep, maar zijn IQ laat dit wel toe. Dit maakt het lastig. Er is maatwerk nodig voor [de minderjarige] . Het RET is ook in overleg met het doorbraakteam waarin alle directeuren van de zorgaanbieders zitten. Gemeente [gemeente] kan al anderhalf jaar niks voor [de minderjarige] betekenen en dat is schrijnend. [verblijfplaats] wil heel veel betekenen voor [de minderjarige] en meedenken, maar [verblijfplaats] is niet de juiste plek voor [de minderjarige] . [de minderjarige] heeft een plek nodig waar hij onvoorwaardelijk kan blijven, ook na zijn achttiende.

4.De standpunten

Het standpunt van [de minderjarige]

4.1.
[de minderjarige] heeft ter zitting aangegeven dat hij een goede vervolgplek wil en daarom begrijpt dat is verzocht om verlenging van zijn gesloten plaatsing. Op dit moment is er nog geen vervolgplek voor hem. [de minderjarige] heeft het, ondanks dat hij liever niet in een gesloten setting wil verblijven, goed bij [verblijfplaats] . Hij heeft veel vrijheden, een eigen appartement en hij werkt vijf dagen in de week.
Door mr. Berbee is hieraan toegevoegd dat hij zich namens [de minderjarige] refereert aan de verzoeken van de GI. Hoewel de raadsman zich afvraagt of een gesloten setting passend is voor [de minderjarige] , is het belangrijk dat zijn huidige plek gewaarborgd blijft tot er een alternatieve plek wordt gevonden.
Het standpunt van de pleegmoeder
4.2.
De pleegmoeder staat achter de verzoeken van de GI. [de minderjarige] valt op dit moment tussen de wal en het schip en dat is schrijnend om te zien. [de minderjarige] is een jongen met hechtingsproblematiek en ervaart nu al twee jaar dat hij nergens terecht kan. Dit maakt ook dat de stabiele basis die de pleegouders hem hebben geprobeerd mee te geven afbrokkelt. De pleegmoeder weet niet meer wat nog kan helpen om verandering in de situatie te brengen.

5.De visie van de gedragsdeskundige

5.1.
De gedragsdeskundige heeft ter zitting naar voren gebracht dat [verblijfplaats] voor [de minderjarige] heeft kunnen creëren wat hij nodig heeft. [verblijfplaats] is echter een jeugdzorg plus instelling met een andere doelgroep dan [de minderjarige] en een snelle doorstroom. Dit maakt dat [de minderjarige] niet onvoorwaardelijk bij [verblijfplaats] kan blijven. [de minderjarige] heeft het op dit moment best goed binnen [verblijfplaats] , maar wordt telkens geconfronteerd met machtigingen voor een kortdurend verblijf. Er dient een passende plek voor [de minderjarige] te worden gevonden waar hij ook na zijn meerderjarigheid kan blijven. Lastig is dat [de minderjarige] eruit ziet als een jongen die goed kan meekomen, maar hij een IQ heeft van 92 en sociaal-emotioneel functioneert op een leeftijd van drie tot zeven jaar. Hij past niet binnen een jeugdzorggroep, maar heeft een te hoog IQ voor plaatsing binnen de verstandelijk gehandicaptensector. [de minderjarige] zal opnieuw gaan worden getest, waarna er hopelijk wel een geschikte plek voor hem beschikbaar komt. De inspectie, die vandaag op bezoek is bij [verblijfplaats] , zal ook meekijken in het dossier van [de minderjarige] . Mogelijk levert dit iets op. Een verlenging voor de duur van drie maanden gaat krap worden, maar voor [de minderjarige] is van belang dat hij enig perspectief heeft.

6.De beoordeling

6.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat nog steeds is voldaan aan de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
6.2.
De concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [de minderjarige] bestaan uit zijn belaste verleden, de hechtingsproblematiek die hij hieraan heeft overgehouden en de onduidelijkheid over zijn vervolgplek. [de minderjarige] verblijft op dit moment nog steeds binnen [verblijfplaats] , terwijl dit geen geschikte plek voor hem is om langere tijd te verblijven. De kinderrechter acht het noodzakelijk dat een jeugdbeschermer in het gedwongen kader bij [de minderjarige] betrokken blijft om de belangen van [de minderjarige] te (blijven) behartigen, met name ten aanzien van het vinden van een geschikte vervolgplek en het coördineren van de noodzakelijke hulpverlening.
6.3.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW), te weten tot 30 november 2024.
6.4.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
6.5.
De kinderrechter is op grond van de stukken en de behandeling ter zitting van oordeel dat aan de voornoemde gronden is voldaan en neemt hierbij het volgende in overweging.
6.6.
Het is de kinderrechter duidelijk dat [verblijfplaats] op dit moment de enige plek is waar [de minderjarige] kan verblijven. [de minderjarige] kan niet meer bij zijn pleegouders wonen en er is op dit moment ook geen alternatieve plek voor hem beschikbaar. Hoewel het goed gaat met [de minderjarige] binnen [verblijfplaats] en [verblijfplaats] een passende woonsituatie met één-op-één begeleiding voor [de minderjarige] heeft gecreëerd, is duidelijk dat [de minderjarige] niet binnen [verblijfplaats] hoort en hier niet langdurig kan en moet verblijven. De GI is al langere tijd intensief op zoek naar een passende vervolgplek voor [de minderjarige] , maar heeft deze helaas nog niet gevonden. [de minderjarige] is een jongen die, gelet op zijn voorgeschiedenis, zijn IQ en het feit dat hij kampt met FAS, een op maat gemaakte plek nodig heeft. [de minderjarige] past niet binnen een groep. Voor hem is een plek nodig waarbij hij zelfstandig kan wonen, gebruik kan blijven maken van zijn één-op-één begeleiding en zo mogelijk de nabijheid of achtervang heeft van een zorginstelling. Binnen [verblijfplaats] heeft [de minderjarige] veel vrijheden. Hij werkt vijf dagen per week, sport regelmatig en gaat op bezoek bij zijn vriendin. Het is een compliment waard hoe [de minderjarige] zijn leven binnen [verblijfplaats] heeft vormgegeven, terwijl hij al heel lang wordt geconfronteerd met onzekerheid over zijn woonplek. Reeds op 13 juli 2023 heeft de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp van [de minderjarige] kortdurend verlengd om druk te zetten achter het vinden van een passende vervolgplek voor hem. De kinderrechter vindt het zeer teleurstellend en onacceptabel dat [de minderjarige] nog niet is overgeplaatst naar een passende vervolgplek en dat deze plek zelfs nog niet bekend is.
6.7.
De kinderrechter gaat ervan uit dat de GI samen met de betreffende gemeente zoekt naar maatwerk, nu het de betrokken zorgaanbieders tot op heden niet is gelukt om een passende plek voor [de minderjarige] te creëren. [de minderjarige] heeft op grond van artikel 24 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) recht op de best mogelijke zorg en mag niet het slachtoffer worden van zorgaanbieders die er samen niet uitkomen en van financieringsproblematiek binnen de jeugdhulp. Op grond van artikel 3 IVRK dient het belang van het kind immers de eerste overweging te zijn. De kinderrechter benadrukt dat het uiteindelijk de verplichting is van de verantwoordelijke wethouder van de betrokken gemeente (woonplaatsbeginsel) om [de minderjarige] de benodigde zorg te bieden en te voorzien in een passende woonplek voor hem.
6.8.
Gelet op het feit dat deze plek er nu nog niet is, zal de kinderrechter noodgedwongen de machtiging gesloten jeugdhulp van [de minderjarige] verlengen zoals verzocht, te weten tot 20 januari 2024, zodat het verblijf van [de minderjarige] binnen [verblijfplaats] nog voor enige tijd is gewaarborgd.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van de minderjarige
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] , tot 30 november 2024;
7.2.
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.3.
verleent een machtiging om bovengenoemde minderjarige te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 20 januari 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2023 door mr. M.M. van Weely, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.S. Hoenderdos als griffier, en op schrift gesteld op 9 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.