Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 mei 2023,
- de akte van [gedaagde] met producties van 21 juni 2023,
- de antwoordakte van [eiser] van 19 juli 2023.
2.De verdere beoordeling
- 2183, groot (voorlopig) vijfendertig are negenenzestig centiare,
- 1953, groot negentwintig are vijf centiare,
nietaan [betrokkene 1] hadden verkocht. De koopakte levert daarom geen geldige titel op voor de levering, aldus [eiser].
Vast staat dat van een feitelijke levering van de linkerstrook op 26 juni 2019 geen sprake is geweest. Vanaf 2012 had DOG de door haar gekochte linkerstrook in bezit totdat [betrokkene 1] zich deze strook op 15 en 16 juni 2021 wederrechtelijk toe-eigende”. Voor zover [eiser] hiermee heeft bedoeld te zeggen dat van levering op 26 juni 2019 geen sprake kan zijn geweest, omdat de strook toen in bezit was van [eiser], geldt dat gebruik door een ander niet aan goederenrechtelijke overdracht van een registergoed in de weg staat. Dit verweer kan daarom niet slagen.
1.495,00(2,5 punten × tarief II € 598,00)