7.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vernieling van ruiten, ramen en keukenkastjes in zijn voormalige huurwoning. Enkele maanden daarvoor heeft hij een auto beschadigd door een deuk in een auto te trappen. De verdachte heeft met zijn handelen schade berokkend aan de benadeelden en hen overlast bezorgd. Deze feiten getuigen van een gebrek aan respect voor de eigendommen van anderen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het weigeren om mee te werken aan een speekseltest. Hiermee heeft de verdachte laten zien dat hij geen respect heeft voor het gezag van de ambtenaren in functie.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd
18 augustus 2023, waaruit blijkt dat de verdachte al vele malen eerder onherroepelijk tot vrijheidsbenemende straffen is veroordeeld, waaronder voor vernieling van een goed.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van het over de verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies, gedateerd 13 oktober 2023, van [reclasseringswerker] , werkzaam bij GGZ Fivoor Haarlem. Hierin wordt geadviseerd aan de verdachte een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen. Het advies wordt – zakelijk weergegeven – als volgt onderbouwd.
Betrokkene kampt met psychiatrische problematiek. Hij is gediagnostiseerd met een
bipolaire- en schizoaffectieve stoornis. Daarbij kampt hij met verslavingsproblematiek. Betrokkene gebruikt zowel (hard)drugs als alcohol. Hij doet dit om prikkels te dempen. Het gebruik van middelen werkt echter luxerend en in combinatie met zijn psychiatrische problematiek en gebruik van medicatie zorgt dit voor psychoses. Hieruit volgen vervolgens weer justitiecontacten. De sociaal-maatschappelijke omstandigheden van betrokkene zijn slecht te noemen. Ook dit draagt op een negatieve manier bij aan het recidive risico. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog.
Betrokkene is reeds geruime tijd bekend bij de reclassering. Betrokkene heeft onder verschillende parketnummers onder toezicht gestaan van de reclassering in combinatie met bijzondere voorwaarden. De reclassering heeft binnen de verschillende toezichten gepoogd om betrokkene toe te leiden naar passende hulpverlening en behandeling. Helaas tot op heden zonder (blijvend) resultaat. Betrokkene onttrok zich regelmatig aan de gemaakte afspraken en toonde zich ongemotiveerd. Er is meermaals geprobeerd om betrokkene aan te melden voor een langdurige klinische opname. Omdat hij hiervoor nooit gemotiveerd was, is een dergelijke opname niet van de grond gekomen.
Betrokkene zit al enige tijd in detentie en toont zich nu gemotiveerd voor gedragsverandering. Hoewel hij in gesprekken aangeeft de ISD-maatregel wat overdreven te vinden, ziet betrokkene ook mogelijkheden in de oplegging van een dergelijke maatregel. De reclassering vindt de ISD-maatregel op dit moment het meest passend, met name gelet op de multiproblematiek van betrokkene. Binnen de maatregel kan betrokkene ingesteld worden op medicatie en (verder) stabiliseren. Er kan eventueel aanvullend diagnostisch onderzoek worden afgenomen en ook krijgt hij de mogelijkheid om te werken aan zijn verslavingsproblematiek. Een langdurige klinische opname is geïndiceerd. Gezien de al gepleegde inzet ziet de reclassering alleen mogelijkheden om een dergelijk plan van aanpak vorm te geven binnen een onvoorwaardelijke ISD-maatregel. De reclassering schat de kans op onttrekking hoog, met name omdat betrokkene nog niet volledig ingesteld is op medicatie. Daarom vindt de reclassering het strakke kader van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel momenteel het meest passend, niet alleen als een mogelijkheid voor betrokkene om te stabiliseren en de juiste zorg te kunnen ontvangen, maar ook om bij te dragen aan het vergroten van de maatschappelijke veiligheid.
Dit advies heeft [reclasseringswerker] , als getuige ter terechtzitting onderschreven.
De op te leggen maatregel
De rechtbank kan zich vinden in het advies van de reclassering en neemt dit advies over. In het verleden is vele malen verplicht reclasseringstoezicht gestart en zijn hulpverleningstrajecten ingezet, maar telkens zonder resultaat. De rechtbank ziet daarom geen andere mogelijkheden meer dan het opleggen van een ISD-maatregel.
De rechtbank is van oordeel dat de maatregel tot plaatsing van de verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren moet worden opgelegd.
Voldaan wordt aan de voorwaarden die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht voor het opleggen van de ISD-maatregel stelt, namelijk:
- de door de verdachte begane feiten onder de parketnummers 15-146057-23 en
15-045377-23 onder 1, betreffen misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten;
- de verdachte is in de afgelopen vijf jaren driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk veroordeeld tot vrijheidsbenemende straffen;
- de onderhavige feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging hiervan;
- gelet op het advies van de reclassering en het strafblad van de verdachte moet er ernstig rekening mee gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan;
- de veiligheid van personen en goederen eist het opleggen van de maatregel.
Ook is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers" van het Openbaar Ministerie. De verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaar voorafgaand aan het bewezen verklaarde feit meer dan tien processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen van de pleegdatum van onderliggend feit.
Om de beëindiging van de recidive van de verdachte en het leveren van een bijdrage aan de oplossing van zijn problematiek alle kansen te geven en ook om de maatschappij zo optimaal mogelijk te beschermen, zal de rechtbank bepalen dat de gehele duur van de maatregel ten uitvoer gelegd moet worden. De tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht wordt hierop niet in mindering gebracht.