ECLI:NL:RBNHO:2023:11228

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
10643833 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding in het bestuursrecht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het overschrijden van de maximumsnelheid op een autosnelweg. De betrokkene had een boete gekregen voor het rijden van 37 km per uur boven de toegestane snelheid van 100 km per uur. De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, maar dit beroep werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, evenals de betrokkene zelf. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant, die met een gekalibreerde boordsnelheidsmeter de snelheid had gemeten. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging op juiste wijze was vastgesteld en dat de betrokkene geen gegronde redenen had om de boete te matigen of te vernietigen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete in stand blijft. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10643833 \ WM VERZ 23-553
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 13 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 37 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A).
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat hij zo goed als verplicht was om extra gas te geven voor zijn eigen veiligheid en die van andere automobilisten. Betrokkene wilde na het inhalen weer invoegen, maar kreeg geen optie van de overige weggebruikers. Betrokkene moest daarom verplicht meerdere auto’s inhalen. Dit duurde niet meer dan 30 seconden. Betrokkene wil graag de videobeelden zien.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren. Per e-mail van 12 september 2023 is de kalibratietabel van het dienstvoertuig overgelegd.
2.4.
In WAHV-zaken biedt de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling van de gedraging. Dit is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen.
Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in:
“(…) Gedragingsgegevens: “De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. de gekalibreerde boordsnelheidsmeter van het dienstvoertuig, door met een constante snelheid te blijven rijden. Ik zag dat de afstand tussen het dienstvoertuig en het gevolgde voertuig merkbaar groter werd.
Afgelezen snelheid boordsnelheidsmeter: 150.
Snelheid volgens kalibratietabel: 142.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 137.
Toegestane snelheid: 100.
Overschrijding met: 37.
Meetafstand: 700,00 M.
Goedkeuring kalibratie boordsnelheidsmeter geldig tot: 13-01-2023.
De werkelijke snelheid is het resultaat van een overeenkomstig de geldende Aanwijzing meting snelheidsoverschrijdingen van het College van procureurs-generaal, uitgevoerde correctie op de met het meetmiddel gemeten (afgelezen) snelheid volgens de kalibratietabel van het dienstvoertuig met [kenteken](…)"
Naar het oordeel van de kantonrechter is de gedraging op een juiste wijze geconstateerd en vastgesteld. De verbalisant reed met een constante snelheid en de afstand tussen de verbalisant en het voertuig van betrokkene werd merkbaar groter. Verbalisanten zijn getraind om dit soort waarnemingen te doen. De toegestane snelheid ter plaatse bedraagt 100 kilometer per uur. Betrokkene heeft de maximum toegestane snelheid overschreden met 37 kilometer per uur, zodat terecht een boete is opgelegd. Van een inhaalmanoeuvre dient te worden afgezien indien deze niet anders kan geschieden dan met overschrijding van de voorgeschreven maximumsnelheid, ook al duurt deze manoeuvre kort. Hetgeen betrokkene heeft aangevoerd geeft de kantonrechter geen aanleiding om de boete te matigen of te vernietigen. De boete is dus terecht opgelegd. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: