ECLI:NL:RBNHO:2023:11226

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
10643809 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het negeren van een rood verkeerslicht. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. De zaak werd vervolgens voorgelegd aan de kantonrechter, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. Betrokkene voerde aan dat het onveilig was om te stoppen, omdat er een auto dicht achter haar reed en dat de geeltijd te kort was om veilig te kunnen remmen. De kantonrechter oordeelde echter dat uit de beschikbare bewijsstukken, waaronder foto’s van de gedraging, bleek dat het verkeerslicht al geruime tijd op geel stond voordat betrokkene de stopstreep passeerde.

De kantonrechter concludeerde dat betrokkene niet voldoende had aangetoond dat het niet mogelijk was om tijdig te stoppen en dat de geeltijd niet te kort was. Daarom werd de boete als terecht opgelegd beschouwd en werd het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10643809 \ WM VERZ 23-550
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 13 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat er een auto dicht achter betrokkene reed. Het was bij oranje nauwelijks mogelijk om nog te remmen. Daarnaast is de geeltijd te kort om bij deze snelheid tijdig te kunnen stoppen.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is begaan. Bij de stukken in het dossier bevinden zich foto’s waarop de gedraging is vastgelegd. Op die foto’s is te zien dat het verkeerslicht al 3,7 seconden geel/oranje licht en 0,3 seconden rood licht uitstraalde op het moment dat het voertuig van betrokkene de stopstreep passeerde. Daaruit blijkt dat sprake is geweest van niet stoppen voor rood licht bij een verkeerslicht. Het is aan betrokkene, als bestuurder, om op de juiste wijze te anticiperen wanneer zij een verkeerslicht nadert.
Betrokkene voert aan dat het onveilig was om te stoppen, omdat er een auto vlak achter haar reed. Dit is niet te zien op de foto’s van de gedraging, zodat naar het oordeel van de kantonrechter het niet aannemelijk is dat het niet mogelijk was om tijdig op verantwoorde wijze te stoppen voor het rode licht. Ook is niet gebleken dat de situatie zo gevaarlijk was dat betrokkene niet anders kon dan doorrijden. In deze omstandigheid had betrokkene anders moeten handelen.
Betrokkene voert tevens aan dat de geeltijd te kort was. In beginsel kan ervan worden uitgegaan dat de geellichtfase, uitgaande van de maximumsnelheid en van de veronderstelling dat het voertuig beschikt over de voorgeschreven bedrijfsrem, lang genoeg is om dat voertuig op verantwoorde wijze tijdig voor het rode licht tot stilstand te brengen. Dat in dit geval de geellichtfase daarvoor te kort zou zijn geweest, is niet gebleken. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: