Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
nietigis wegens strijd met de statuten zoals [verzoeker] stelt. Voor het antwoord op de vraag of de meterkasten tot de gemeenschappelijke gedeelten behoren is bepalend wat daarover is vastgelegd in de splitsingstukken (de akte van splitsing en de bijbehorende stukken of tekeningen). Bij de uitleg van de splitsingsstukken komt het aan op de daarin tot uitdrukking gebrachte bedoeling van degene die tot splitsing is overgegaan. Deze bedoeling moet naar objectieve maatstaven worden afgeleid uit de omschrijving in die akte van de onderscheiden gedeelten van het gebouw en de daaraan gehechte tekening, bezien in het licht van de gehele inhoud van de akte en de tekening. De rechtszekerheid vergt dat voor de vaststelling van wat tot de privégedeelten respectievelijk tot de gemeenschappelijke gedeelten behoort, slechts acht mag worden geslagen op gegevens die voor derden uit of aan de hand van de in de openbare registers ingeschreven splitsingsstukken kenbaar zijn. Indien de ingeschreven splitsingsstukken voor verschillende uitleg vatbaar zijn, dient de rechter vast te stellen welke uitleg van deze stukken naar objectieve maatstaven het meest aannemelijk is. Daarbij mogen de stukken mede aan de hand van waarneming van de feitelijke kenmerken van het splitsingsobject uitgelegd worden. Voorts kan kennisneming van de feitelijke situatie ter plaatse van belang zijn voor de beantwoording van de vraag welke uitleg van de splitsingsstukken tot de meest aannemelijke rechtsgevolgen leidt, indien de splitsingsstukken die voor verschillende uitleg vatbaar zijn, verwijzen naar feitelijke kenmerken van het splitsingsobject. Bij het voorgaande geldt bovendien dat uit de wet, artikel 5:111 Burgerlijk Wetboek (BW), volgt dat alles wat niet in de akte van splitsing als privégedeelte is aangemerkt, gemeenschappelijk is.