Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 november 2022 van de Stichting, met producties,
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] ,
- het tussenvonnis van 15 maart 2023, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- de brief van de Stichting van 18 augustus 2023 met nadere producties,
- de mondelinge behandeling van 31 augustus 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij door de Stichting spreekaantekeningen zijn overgelegd,
- het bericht van de Stichting van 5 september 2023, waarin zij vonnis vraagt.
2.De feiten
Gedurende de jaren 2015 tot en met 2020 is het eindsaldo van de bankrekeningen hoger dan verwacht mag worden volgens het kasstroomoverzicht. Dit zou bijvoorbeeld betekenen dat er in de betreffende jaren uiteindelijk meer baten zijn geweest dan dat er zijn verantwoord in de oorspronkelijk stukken van de stichting. Het verschil spitst zich vooral toe op 2015 tot en met 2017. Over 2018 tot en met 2020 zijn de verschillen verwaarloosbaar.De leningen zijn verder afgestemd.”
3.Het geschil
- de drie ordners met daarin administratie en bouwtekeningen met plattegronden zijn inderdaad in bezit van [gedaagde] en kunnen aan de Stichting worden teruggegeven. Hij heeft deze eerder aan de Stichting aangeboden, maar die zijn toen niet in ontvangst genomen.
- het bureau met pc, printer en beeldscherm en de stempel van de Stichting zijn nooit in bezit geweest van [gedaagde] . De stelling dat alleen [gedaagde] gedurende lange periode de sleutel had klopt niet, hij had van de nieuw geplaatste sloten vier sleutels laten maken en ook anderen een sleutel gegeven.
- de spullen die uit de kamer van [betrokkene 1] waren gehaald zijn door vrijwilligers weggegooid, omdat het etenswaren betrof van 2015 dat over de datum was.
2.366,00(2 punten × tarief € 1.183,00)