ECLI:NL:RBNHO:2023:11170

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
10149271 \ EJ VERZ 22-351
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van een voorlopig getuigenverhoor in een civiele procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 oktober 2023 een beschikking gegeven in een rekestprocedure. De zaak betreft een verzoek van [verzoeker] om een voorlopig getuigenverhoor. Dit verzoek volgt op een eerdere beschikking van 14 juli 2023, waarin al was bepaald dat er getuigen gehoord zouden worden. De verzoeker heeft aangegeven welke getuigen hij wenst te horen, waaronder [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verzoeker voldoende heeft gemotiveerd welke medewerkers hij wil horen en heeft een datum voor het verhoor vastgesteld op 5 december 2023 om 9.30 uur in het gerechtsgebouw te Alkmaar.

De verwerende partij, [verweerster], heeft in een eerdere brief aangegeven welke medewerkers aanwezig waren op de relevante datum en heeft een rooster overgelegd. De kantonrechter heeft bepaald dat [verweerster] binnen een week de adresgegevens van de getuigen aan de verzoeker moet verstrekken. Tevens is de verzoeker opgedragen om ten minste een week voor het verhoor de namen en woonplaatsen van de getuigen aan de verwerende partij en de griffier op te geven. De kantonrechter heeft geen beslissing genomen over de proceskosten, aangezien de verzoeker hierom niet heeft verzocht. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 10149271 \ EJ VERZ 22-351 (rvk)
Uitspraakdatum: 11 oktober 2023
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [plaats 1]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. S.E. Patijn
tegen
[verweerster]
gevestigd te [plaats 3]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerster]
procederend bij: mr. B.J. Blindenbach (bedrijfsjurist bij [verweerster] )

1.Het verdere procesverloop

1.1.
[verweerster] heeft bij brief van 27 juli 2023 opgave gedaan welke medewerkers in het [filiaal] aanwezig waren.
1.2.
[verzoeker] heeft bij brief van 25 augustus 2023 aangegeven welke vijf getuigen hij wenst te horen.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In de tussenbeschikking van 14 juli 2023 is bepaald dat in elk geval vier getuigen zullen worden gehoord, te weten: [verzoeker] zelf, [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] . Verder is bepaald dat [verweerster] schriftelijk aan de kantonrechter alsmede aan [verzoeker] moet verstrekken de namen en verder van belang zijnde gegevens van de medewerkers die op 7 april 2022 omstreeks 16:00 uur in het filiaal van [verweerster] te [plaats 2] aanwezig of aan het werk waren, een en ander voorzien van een onderbouwing.
2.2.
Voorts is bepaald dat [verzoeker] vervolgens gemotiveerd dient aan te geven welke personen hij wenst te horen.
2.3.
Tot slot zijn beide partijen in de gelegenheid gesteld om – in verband met het bepalen van een datum voor het verhoor – hun verhinderdata door te geven.
2.4.
[verweerster] heeft in haar brief van 27 juli 2023 medegedeeld dat twee medewerkers aanwezig waren, te weten [getuige 2] en [getuige 3] . [verweerster] heeft als bijlage bij de brief het rooster van die dag voor het filiaal in [plaats 2] overgelegd.
2.5.
[verzoeker] schrijft in zijn brief van 25 augustus 2023 dat hij uit het rooster opmaakt dat omstreeks het tijdstip dat hij in de winkel ten val is gekomen, 16:00 uur, het zeer waarschijnlijk is dat [getuige 4] eveneens aanwezig was aangezien haar dienst om 16:00 uur begon. [verzoeker] wenst daarom ook [getuige 4] te horen.
2.6.
[verzoeker] heeft tot slot zijn verhinderdata doorgegeven. [verweerster] heeft geen verhinderdata doorgegeven.
2.7.
De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] voldoende heeft gemotiveerd welke medewerkers hij wenst te horen. Naast de in de tussenbeschikking genoemde personen zal [verzoeker] eveneens [getuige 4] als getuigen kunnen doen horen. De kantonrechter zal dan ook overgaan tot het bepalen van een datum voor het verhoor en wel 5 december 2023, aanvang 9.30 uur.
2.8.
[verweerster] heeft - ondanks het oordeel van de kantonrechter in r.o. 4.5 van de tussenbeslissing - geen opgave gedaan van de adresgegevens van de getuigen. Zij zal alsnog binnen een week na dagtekening van de onderhavige beschikking schriftelijk de namen en bijbehorende adresgegevens aan [verzoeker] moeten verstrekken.
[verzoeker] moet vervolgens de namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, ten minste een week voor het verhoor aan [verweerster] en aan de griffier van de rechtbank opgegeven. Daarbij wordt de volgorde van de te horen getuigen aan [verzoeker] overgelaten. De kantonrechter verzoekt [verzoeker] bij het oproepen van de getuigen er rekening mee te houden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 30 minuten duurt.
2.9.
De kantonrechter overweegt dat [verzoeker] niet om een proceskostenveroordeling heeft verzocht. De kantonrechter zal daarover dus niet beslissen. De beslissing over de proceskosten zal in de eventuele bodemprocedure moeten worden genomen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt een voorlopig getuigenverhoor ten aanzien van de volgende getuigen:
  • [verzoeker] ,
  • [getuige 1] ,
  • [getuige 2] ,
  • [getuige 3] en
  • [getuige 4] ;
3.2.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw aan de Kruseman van Eltenweg 2 te Alkmaar op 5 december 2023 vanaf 9.30 uur;
3.3.
bepaalt dat de hiervoor genoemde getuigen door de kantonrechter op voornoemde datum worden gehoord over de feiten zoals in het verzoekschrift vermeld;
3.4.
bepaalt dat [verweerster] binnen een week na heden adresgegevens van de getuigen [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4] aan [verzoeker] dient te verstrekken;
3.5.
bepaalt dat [verzoeker] ten minste een week voor het verhoor de namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen aan de [verweerster] en de griffier van de rechtbank opgeeft.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter