ECLI:NL:RBNHO:2023:11159

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
15.185392.22
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en ontucht met minderjarige dochter

Op 7 november 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen, alsook van ontucht met zijn minderjarige dochter. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van ruim twee jaar, van 1 januari 2020 tot en met 22 juli 2022, in Purmerend kinderpornografisch materiaal heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad. Dit materiaal betrof afbeeldingen en video’s van seksuele gedragingen waarbij zijn minderjarige kinderen betrokken waren. De zaak kwam aan het licht na meldingen van het National Center for Missing and Exploited Children, die informatie ontvingen van Google over verdachte activiteiten op Google Photo’s.

Tijdens de rechtszittingen op 24 oktober 2022 en 24 oktober 2023 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. A.M.H.G. Peters, en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw mr. S.G.H. Langeweg, gehoord. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van het verspreiden van kinderpornografisch materiaal, waar hij van werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met zijn kinderen en een locatieverbod. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, zijn minderjarige kinderen, voor de immateriële schade die zij hebben geleden als gevolg van de daden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15.185392.22 (P)
Uitspraakdatum: 7 november 2023
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 24 oktober 2022 en 24 oktober 2023 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum en -plaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres 4]
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.M.H.G. Peters en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S.G.H. Langeweg, advocaat te Koog aan de Zaan, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

De verdachte wordt, kort samengevat, beschuldigd van het bezit van kinderpornografische afbeeldingen (feit 1), van het plegen van ontucht door zijn dochter [naam 2] te betasten (feit 2) en van het maken en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen van zijn kinderen [naam 1] en [naam 2] (feit 3).
Aan de verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 januari 2020 tot en met 22 juli 2022 te Purmerend in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens een hoeveelheid afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden en/of gegevensdragers, te weteneen telefoon (merk XIAOMI Mi Note Pro) en/of een harde schijf (beslagnummer H.10) bevattende afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen
- zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de vinger(s) betasten en/of aanraken van de anus en/of de vagina en/of de billen en/of de schaamstreek en/of borsten van en/of door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt te weten [naam 2] , en/of een onbekend gebleven minderjarige persoon [webadres 1]
[webadres 1]
[webadres 1]
[webadres 1]
en/of
het oraal en/of vaginaal penetreren (met de penis en/of vinger(s) en/of een dildo/voorwerp van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
[webadres 2]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 2] en/of [naam 1] en/of een onbekend gebleven minderjarige persoon, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of
de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling [webadres 3]
[webadres 3]
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2 .
hij op een of meer tijdstippenin de periode van 1 januari 2020 tot en met 22 juli 2022 te Purmerend in elk geval in Nederland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind [naam 2] (geboren op [datum] ), door die [naam 2] (telkens) bij de vagina en/of bij de anus en/of in de schaamstreek te betasten en/of strelen;

3.hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 januari 2020 tot en met 22 juli 2022 te Purmerend in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens een hoeveelheid afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden en/of gegevensdragers, te weten een telefoon (merk XIAOMI Mi Note Pro) en/of een harde schijf (beslagnummer H.10) bevattende afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft vervaardigd en/of verspreid welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:

het met de vinger(s) betasten en/of aanraken van de anus en/of de vagina en/of de billen en/of de schaamstreek en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 2]
[webadres 4]
en/of
het vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (e weten [naam 2] ) door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (te weten [naam 1] )
[webadres 5] en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 2] en/of [naam 1] , waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[webadres 6]
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.InleidingOp 21 juli 2022 ontving het Team Bestrijding Kinderporno & Kindersekstoerisme van de Landelijke Eenheid van de Politie vier meldingsrapporten van het National Center for Missing and Exploited Children, hierna (“NCMEC”). Het NCMEC is een Amerikaanse organisatie waar ook de “Cybertipline” is ondergebracht: een meldpunt waar meldingen ter zake van het aantreffen van kinderpornografie op het internet kunnen worden gedaan.

Het bedrijf Google had voornoemd meldpunt geïnformeerd dat een persoon gebruikmakend van de naam [naam 3] en gebruikmakend van de e-mailadressen: [mailadres 1] en [mailadres 2] en het telefoonnummer: [telefoonummer] vermoedelijk kinderporno op Google Photo’s had geplaatst.
Op grond van de beschikbare data rapporteert het NCMEC voorts dat het vermoeden bestond dat voornoemde gebruiker zelf kinderpornografisch beeldmateriaal had vervaardigd. Uit die data heeft Google namelijk opgemaakt dat het beeldmateriaal een “creation date” van 15 juli 2022 had, het telefoontoestel waarmee de afbeeldingen zijn gemaakt van het merk “Xiaomi” was en als zogeheten geolocatie Purmerend werd aangemerkt. Aan voornoemd telefoontoestel was volgens Google een Google Pay-account gekoppeld dat op naam stond van de verdachte.
Uit onderzoek in de politiesystemen blijkt de verdachte vader te zijn van twee minderjarige kinderen, te weten: [naam 1] , geboren [geboortedatum] te [plaats 1] en [naam 2] , geboren [datum] te [plaats 2] .
Op 22 juli 2022 heeft bij de verdachte een huiszoeking plaatsgevonden en zijn telefoons en gegevensdragers in beslag genomen. Op een Xiaomi-telefoon en een harde schijf is beeldmateriaal aangetroffen dat volgens een gecertificeerde kinderpornorechercheur als kinderpornografisch moet worden geclassificeerd en op een deel van dat materiaal zijn [naam 2] en [naam 1] te zien.
Aan de rechtbank ligt de vraag voor of de verdachte zich schuldig gemaakt heeft aan het vervaardigen, verspreiden en het in bezit hebben van kinderpornografisch beeldmateriaal en het ontucht plegen met zijn minderjarige dochter.

4.Beoordeling van het bewijs

4.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de drie ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat de verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen en videobestanden. Het dossier bevat voor het verspreiden van kinderporno onvoldoende bewijs.
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van de verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten omdat de opzet tot het plegen van deze strafbare feiten ontbreekt. Binnen de cultuur van het gezin van de verdachte werden heel veel foto’s gemaakt, waaronder naaktfoto’s, omdat naaktheid binnen het gezin iets heel normaals is. Bij het vervaardigen en in het bezit krijgen van het kinderpornografisch beeldmateriaal heeft de verdachte geen enkele seksuele of verkeerde bedoeling gehad. Hij had geen wetenschap van de afbeeldingen die hij kennelijk via de app Telegram heeft ontvangen.
4.3
Oordeel van de rechtbank
4.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de drie ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
4.3.2
Bewijsmotivering
Met betrekking tot feiten 1 tot en met 3:
De rechtbank acht de feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij de in de tenlastelegging genoemde foto’s en video-opnames van zijn dochter [naam 2] en zijn zoon [naam 1] heeft gemaakt. Hij heeft ook bevestigd dat hij op 15 juli 2022 de video-opname heeft gemaakt die in het dossier op pagina 158 staat beschreven en waarop te zien is dat de verdachte met zijn hand de schaamlippen, anus, schaamstreek en billen van [naam 2] streelt. Deze foto’s en video-opnames zijn op de telefoon en/of de harde schijf van de verdachte opgeslagen geweest, zo verklaarde de verdachte tijdens de zitting.
Kinderpornografische afbeeldingen
De inhoud van de telefoons en andere gegevensdragers die onder de verdachte in beslag zijn genomen is gecontroleerd door een gecertificeerd kinderpornorechercheur van het Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme. Daarbij is gebruik gemaakt van de criteria zoals opgenomen in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr), de rechtspraak en de Aanwijzing Kinderpornografie op de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal van het college van procureurs-generaal. Deze rechercheur trof in totaal 1.876.485 afbeeldingen (1.827.663 foto’s en 48.822 video’s) aan op de gegevensdragers van de verdachte. Met behulp van forensische software is een selectie gemaakt van 400.000 afbeeldingen die vervolgens door voornoemde rechercheur is beoordeeld.
Binnen die selectie van 400.000 afbeeldingen heeft de rechercheur 94 afbeeldingen (82 foto’s en 12 videobestanden) aangetroffen die hij als kinderpornografisch heeft gekwalificeerd. Op 81 van deze foto’s en op één video zijn [naam 1] en/of [naam 2] te zien. Van 11 video’s en één foto is vastgesteld dat die via de app Telegram op de telefoon van de verdachte zijn ontvangen. Van één video aangetroffen op de telefoon van de verdachte is de herkomst onbekend gebleven.
De verdachte heeft ter zitting benadrukt dat hij geen seksuele bedoelingen heeft gehad bij het maken van de foto’s en video’s van zijn kinderen.
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 240b Sr strafbaar is gesteld het onder andere het verwerven, in bezit hebben en vervaardigen van afbeeldingen van een
seksuele gedragingwaarbij iemand (schijnbaar) is betrokken die nog geen achttien jaar oud is. Het begrip
seksuele gedragingwordt ruim opgevat. Strafbaar is niet alleen een afbeelding van een gedraging van expliciet seksuele aard maar ook een minder expliciete afbeelding die strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling (bijvoorbeeld vanwege de houding van de afgebeelde minderjarige, de omgeving waar de afbeelding is gemaakt of de manier waarop het beeldmateriaal is gemaakt of bewerkt). Of daarvan sprake is, kan worden vastgesteld aan de hand van de afbeeldingen zelf.
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de vaststelling van de gecertificeerde kinderpornorechercheur dat de 94 afbeeldingen als kinderpornografisch moeten worden gekwalificeerd. Daarbij betrekt de rechtbank allereerst dat moet worden uitgegaan van de deskundigheid van deze rechercheur. De rechtbank merkt op dat de rechercheur er rekening mee heeft gehouden dat er veel (naakt)foto’s van de kinderen werden gemaakt. Afbeeldingen waarop [naam 1] en/of [naam 2] (half)naakt te zien zijn, zijn alleen als kinderpornografisch aangemerkt als de context of het prominent in beeld brengen van geslachtsdelen maakte dat de afbeelding strekte tot seksuele prikkeling. In twijfelgevallen werd de afbeelding niet als kinderpornografisch aangemerkt, waarbij uitdrukkelijk betrokken is dat het in het gezin van de verdachte de gewoonte was veel foto’s, waaronder ook naaktfoto’s van [naam 2] en [naam 1] te maken, waarbij het ook voorkwam dat de verdachte en zijn echtgenote deze foto’s met elkaar via Whatsapp uitwisselden en waarbij gelet op de communicatie rondom deze uitwisseling is aangenomen dat een seksuele intentie ontbrak.
Voorts heeft de rechtbank achter gesloten deuren kennisgenomen van de zogenoemde toonmappen, bestaande uit drie fotomappen en drie video-bestanden. De rechtbank onderschrijft de conclusie van de kinderpornorechercheur dat deze afbeeldingen strekken tot seksuele prikkeling. Op de foto’s en video’s die zijn gemaakt van [naam 1] en [naam 2] is te zien dat de verdachte met de opnames de nadruk legde op de geslachtsdelen van de kinderen. Er is ingezoomd op de vulva van [naam 2] en op sommige afbeeldingen is te zien dat haar vagina door de vingers van de verdachte wordt opengehouden. Er zijn door de verdachte foto’s van [naam 1] gemaakt op een moment waarop [naam 1] zijn penis aanraakt en/of een erectie had. Op andere beeldopnamen zijn beide kinderen naakt te zien en zit [naam 2] bovenop [naam 1] , waarmee een seksuele pose is geënsceneerd. In de video van 15 juli 2022 is te zien dat verdachte de schaamlippen, anus, schaamstreek en billen van [naam 2] streelt. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze door verdachte vervaardigde afbeeldingen strafbaar op grond van artikel 240b Sr.
Voor de 11 video’s en de foto die de verdachte via Telegram heeft ontvangen geldt dat daarop onmiskenbaar handelingen te zien zijn die expliciet van seksuele aard zijn.
Opzet op het verwerven, vervaardigen en in bezit hebben
Op basis van de verklaring van de verdachte ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat de verdachte opzettelijk kinderpornografische foto- en videobestanden heeft vervaardigd van zijn minderjarige kinderen, ander kinderpornografisch materiaal heeft verworven en de bestanden met dat materiaal op hem ter beschikking staande gegevensdragers heeft opgeslagen. Dit maakt naar het oordeel van de rechtbank dat er sprake is geweest van opzet. Dat de verdachte geen wetenschap had van de afbeeldingen die hij op verschillende data via Telegram heeft ontvangen, is niet aannemelijk geworden.
Gewoonte (feiten 1 en 3)
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte gedurende een periode van ruim twee jaar op diverse momenten bij verschillende gelegenheden kinderpornografische afbeeldingen en video-opnames heeft gemaakt en heeft opgeslagen op hem ter beschikking staande gegevensdragers. Het gaat in totaal om 94 afbeeldingen. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat er sprake is geweest van een gewoonte.
4.3.3
Vrijspraak van het verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen
Met de officier van justitie en de raadsvrouw van de verdachte is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden van kinderpornografisch beeldmateriaal. Er zijn geen aanwijzingen dat hij kinderpornografische afbeeldingen heeft gedeeld met derden. Van het verspreiden van kinderporno wordt de verdachte daarom vrijgesproken.
4.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat

1.hij in de periode van 1 januari 2020 tot en met 22 juli 2022 in Nederland een telefoon (merk XIAOMI Mi Note Pro) en een harde schijf (beslagnummer H.10) bevattende afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokkenin bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen

- zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de vinger(s) betasten en/of aanraken van de anus en/of de vagina en/of de billen en/of de schaamstreek en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 2] en/of een onbekend gebleven minderjarige persoon
[webadres 1]en/of
het oraal en/of vaginaal penetreren (met de penis en/of vinger(s) en/of een dildo/voorwerp van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
[webadres 2]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 2] en/of [naam 1] en/of een onbekend gebleven minderjarige persoon, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarna door het camerastandpunt, de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[webadres 6]
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2 .
hij op 15 juli 2022 te [plaats 1] ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind [naam 2] , geboren op [datum] , door die [naam 2] bij de vagina en bij de anus en in de schaamstreek te betasten en/of strelen;

3.hij in de periode van 1 januari 2020 tot en met 22 juli 2022 in Nederland een telefoon (merk XIAOMI Mi Note Pro) en een harde schijf (beslagnummer H.10) bevattende afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft vervaardigd welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:

het met de vinger(s) betasten en/of aanraken van de anus en/of de vagina en/of de billen en/of de schaamstreek en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 2]
[webadres 4]
en/of
het vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (e weten [naam 2] ) door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (te weten [naam 1] )
[webadres 5]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 2] en/of [naam 1] , waarbij deze persoon poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[webadres 6]
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging
.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten:

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
Ten aanzien van feit 2:
ontucht plegen met zijn minderjarig kind;
Ten aanzien van feit 3:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.

7.Motivering van de sanctie

7.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren. Aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf dienen de door de reclassering geformuleerde voorwaarden te worden gekoppeld, waaronder een contact- en locatieverbod. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank de voorwaarden direct uitvoerbaar zal verklaren.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank aan de verdachte voor de duur van 5 jaren de maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr) zal opleggen, in die zin dat bij iedere overtreding van het contact- en locatieverbod telkens één (1) week hechtenis zal worden opgelegd met een maximum van zes maanden. De achterliggende gedachte hiervan is dat in geval van overtreding van één van de bijzondere voorwaarden, dat niet hoeft te leiden tot een tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf en de bijzondere voorwaarden kunnen blijven gelden. Ook van deze maatregel heeft de officier van de justitie de dadelijke uitvoerbaarheid gevorderd.
7.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank in overweging gegeven het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf gelijk te stellen aan de periode dat de verdachte in voorlopige hechtenis heeft verbleven. Er wordt ook geen enkel strafdoel gediend bij het vastzitten van de verdachte. Bij een langer durende detentie zal hij zijn werk verliezen. Er blijft voldoende ruimte over voor een voorwaardelijk strafdeel en een eventuele onvoorwaardelijk taakstraf. Aan het voorwaardelijke strafdeel kunnen de door de reclassering geformuleerde bijzondere voorwaarden worden gekoppeld, met uitzondering van het gevorderde contactverbod. Uit het rapport Preventieve Jeugdbescherming blijkt welke negatieve consequenties een dergelijk verbod heeft. De verdachte is bereid zich te houden aan de door de reclassering geformuleerde bijzondere voorwaarden.
7.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van het feiten
Gedurende een periode van bijna twee jaar heeft de verdachte kinderpornografisch beeldmateriaal vervaardigd en in bezit gehad. Hiervan heeft hij een gewoonte gemaakt. Door kinderpornografisch beeldmateriaal van zijn eigen kinderen te vervaardigen en in bezit hebben heeft de verdachte bij herhaling een inbreuk gemaakt op hun lichamelijke integriteit. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan. Bovendien heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met zijn destijds anderhalf jaar oude dochter. Hiermee heeft de verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit. De verdachte heeft in het geheel geen rekening gehouden met het welzijn van zijn kinderen en heeft kennelijk gehandeld ter bevrediging van zijn eigen lustgevoelens.
Daarnaast heeft de verdachte het vertrouwen dat zijn kinderen in hem - als hun vader en verzorger, opvoeder en beschermer - zouden moeten kunnen stellen in zeer ernstige mate beschaamd. Ter terechtzitting heeft de moeder namens beide kinderen een slachtofferverklaring afgelegd, waarin zij de verstrekkende gevolgen van het handelen van de verdachte voor het gezin naar voren heeft gebracht. De officier van justitie merkte tijdens de zitting terecht op dat de kinderen nu nog erg jong zijn maar dat het onvermijdelijk is dat zij op enig moment op de hoogte zullen raken van hetgeen hun vader heeft gedaan. Er bestaat dan ook een risico dat zij daar op latere leeftijd gevolgen van ondervinden, bijvoorbeeld ten aanzien van hun psychische welzijn en seksuele ontwikkeling.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gekeken naar het strafblad van de verdachte (gedateerd 25 augustus 2023). Daaruit is gebleken dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport van 21 september 2023 van Reclassering Nederland
.Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Inmiddels is bij de betrokkene een stabiele leefsituatie gerealiseerd op het gebied van huisvesting, financiën en werk. Betrokkene heeft zijn kinderen al ruim een jaar niet gezien en inmiddels is Preventieve Jeugdzorg bij het gezin betrokken. Jeugdzorg en de reclassering zijn van mening dat zowel de betrokkene als zijn vrouw contact met de kinderen verdienen, maar uit belang voor het welzijn van alle partijen dient deze contactopbouw wel zorgvuldig en veilig plaats te vinden.
Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met de onderstaande bijzondere voorwaarden.
• Meldplicht bij reclassering
• Ambulante behandeling
• Contactverbod.
De reclassering adviseert dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden en het toezicht.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het psychologisch rapport gedateerd 8 november 2022 van [naam 4] , GZ-psycholoog.
Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
“Betrokkene is een 42-jarige Nederlandse man, bij wie sprake is van een vermijdende persoonlijkheidsstoornis
.Ten tijde van het ten laste gelegde was hier ook sprake van.
Vanuit de voorgeschiedenis komen geen aanwijzingen naar voren voor (eerder) seksueel afwijkend gedrag
.Er is bij betrokkene sprake vanuit de vermijdende persoonlijkheidsstoornis voortkomende gebrekkige coping waarbij hij spanning probeert te vermijden en dit op kan kroppen
.Bij oplopende spanning en vermijden en opkroppen hiervan zou betrokkene voldoende in staat moeten zijn om weloverwogen keuzes te maken. Indien de rechtbank de ten laste gelegde feiten bewezen verklaart acht onderzoeker het niet aannemelijk dat de genoemde psychische stoornis tot enig aantoonbare doorwerking heeft geleid in het ten laste gelegde. Dientengevolge zou betrokkene als volledig toerekeningsvatbaar moeten worden beschouwd.
Er zijn geen gronden voor een behandeladvies in een juridisch kader.”
Conclusie van de rechtbank ten aanzien van de op te leggen straf
In deze zaak kan niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die van aanzienlijk langere duur is dan de 140 dagen die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft bij de toemeting van de straf acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Straf (LOVS), die voor het vervaardigen van kinderporno als uitgangspunt vermelden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaren en voor het gewoonte maken van het bezit van kinderporno een uitgangspunt vermelden van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar. Voor het ontucht plegen met zijn minderjarige dochter heeft de rechtbank rekening gehouden met straffen die door rechters in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd.
Er moet wel rekening mee worden gehouden dat er een zekere overlap bestaat tussen het maken van foto’s en video’s en het in bezit hebben ervan. De rechtbank houdt er daarnaast rekening mee dat de verdachte door de op te leggen gevangenisstraf zijn werk en woning zal verliezen en dat hij zich na het uitzitten van zijn gevangenisstraf nog geruime tijd aan diverse bijzondere voorwaarden zal moeten houden. Daarom zal de rechtbank een minder hoge onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank acht een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren passend en geboden. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde voorwaarden koppelen, waaronder een locatieverbod en een contactverbod met [naam 2] en [naam 1] .
Blijkens het reclasseringsrapport is op dit moment Preventieve Jeugdzorg betrokken bij het gezin. Volgens Preventieve Jeugdzorg is het van belang dat er een beslissing genomen wordt door de kinderrechter ten aanzien van het contact tussen de kinderen en hun vader, waarbij het belang van de kinderen voorop staat en hun veiligheid gewaarborgd is. Gelet hierop zal de rechtbank aan het contactverbod met [naam 2] en [naam 1] en het locatieverbod een proeftijd verbinden van één jaar.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, beveelt de rechtbank dat de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tevens de maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr op te leggen. Indien de verdachte één van de bijzondere voorwaarden overtreedt, kan de rechtbank ook afzien van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf of kiezen voor een gedeeltelijke tenuitvoerlegging daarvan. In dat geval blijven immers de voorwaarden in stand.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
7.4
Beslissingen met betrekking tot in beslag genomen goederen
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
1. STK GSM (Omschrijving: G: 731185, Chinees merk)
6 1 STK GSM (Omschrijving: G: 731190, Iphone)
7 1 STK GSM (Omschrijving: G: 731191, Elephone)
10 1 STK Dataschijf (Omschrijving: G: 731194, WD,
dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de onder 1 en 3 bewezen verklaarde feiten met behulp van die voorwerpen zijn begaan en het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of het algemeen belang omdat er (mogelijk) kinderpornografische afbeeldingen op staan opgeslagen.
De overige in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, namelijk
8 1 STK GSM (Omschrijving: G: 731192, Samsung)
9 1 STK GSM (Omschrijving: G: 731193, Cubot),
dienen te worden teruggegeven aan verdachte.

9.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel

9.1.
Vordering benadeelde partij [naam 2]
De gemachtigde van de benadeelde partij, mr. J.A. van der Lem, heeft namens de benadeelde partij [naam 2] een vordering tot schadevergoeding van € 5.000,00 ingediend tegen de verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de vordering tot schadevergoeding zal toewijzen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van de verdachte heeft aangevoerd dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard als de rechtbank de verdachte vrijspreekt. Voor het overige is er door de verdediging geen verweer gevoerd tegen de vordering.
Oordeel van de rechtbank
De verdachte wordt in dit vonnis veroordeeld voor het plegen van ontucht met en het maken en bezitten van kinderpornografische afbeeldingen van de benadeelde partij. De rechtbank is van oordeel dat de immateriële schade rechtstreeks voortvloeit uit de bewezen verklaarde feiten. De behandeling van de vordering levert geen onevenredige belasting van de strafzaak op. De benadeelde partij is dan ook ontvankelijk in de vordering.
Op grond van de artikelen 6:95 en 6:106 lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een schadevergoeding. De vordering komt de rechtbank daarom niet onrechtmatig of ongegrond voor. Aangezien de verdachte de vordering van de benadeelde partij niet betwist, zal de rechtbank uitgaan van de juistheid van de daaraan ten grondslag gelegde feiten en de vordering toewijzen. Het bedrag wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2022 (laatste dag van de bewezenverklaarde periode) tot aan de dag waarop de schade volledig is betaald.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
9.2.
vordering benadeelde partij [naam 1]
De gemachtigde van de benadeelde partij, mr. J.A. van der Lem heeft namens de benadeelde partij [naam 1] een vordering tot schadevergoeding van € 1.500,00 ingediend tegen de verdachte wegens immateriële schade die hij als gevolg van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de vordering tot schadevergoeding zal toewijzen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van de verdachte heeft aangevoerd dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard als de rechtbank de verdachte vrijspreekt. Voor het overige is er door de verdediging geen verweer gevoerd tegen de vordering.
Oordeel van de rechtbank
De verdachte wordt in dit vonnis veroordeeld voor het maken en bezitten van kinderpornografische afbeeldingen van de benadeelde partij. De rechtbank is van oordeel dat de immateriële schade rechtstreeks voortvloeit uit de bewezen verklaarde feiten. De behandeling van de vordering levert geen onevenredige belasting van de strafzaak op. De benadeelde partij is dan ook ontvankelijk in de vordering.
Op grond van de artikelen 6:95 en 6:106 lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een schadevergoeding. De vordering komt de rechtbank daarom niet onrechtmatig of ongegrond voor. Aangezien de verdachte de vordering van de benadeelde partij niet betwist, zal de rechtbank uitgaan van de juistheid van de daaraan ten grondslag gelegde feiten en de vordering toewijzen. Het bedrag wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2022 (laatste dag van de bewezenverklaarde periode) tot aan de dag waarop de schade volledig is betaald.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 1 tot en met 3 bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: het ontucht plegen met een minderjarige en het bezit en vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen) aanleiding ter zake van de vorderingen van de benadeelde partijen de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 57, 60a, 240b, 249 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 tot en met 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1 tot en met 3 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
24 (vierentwintig) MAANDEN.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
8 (acht) MAANDEN nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van 5 (vijf) jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 5 (jaren) niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- de veroordeelde zich binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zich meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres 2] , waarna de veroordeelde zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- de veroordeelde zich laat behandelen door [naam 5] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
- de veroordeelde
gedurende een periode van 1 (één) jaarop geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zal zoeken met zijn kinderen:
a. [naam 1] , geboren te [plaats 1] op [geboortedatum] en
b. [naam 2] , geboren te [plaats 2] op [datum] .
De politie heeft een signalerende taak bij de handhaving van dit contactverbod.
- de veroordeelde zich
gedurende een periode van 1 (één) jaarniet zal begeven of bevinden op de openbare weg, grenzend aan het adres, alsmede op en aan het erf van de [adres 3] .
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
1. STK GSM (Omschrijving: G: 731185, Chinees merk)
6 1 STK GSM (Omschrijving: G: 731190, Iphone)
7 1 STK GSM (Omschrijving: G: 731191, Elephone)
10 1 STK Dataschijf (Omschrijving: G: 731194, WD).
Gelast de teruggave aan verdachte van:
8 1 STK GSM (Omschrijving: G: 731192, Samsung)
9 1 STK GSM (Omschrijving: G: 731193, Cubot).
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[naam 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [naam 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 5.000,00 (vijfduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 60 (zestig) dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[naam 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.500,00 (vijftienhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [naam 1] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.500,00 (vijftienhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 (vijfentwintig) dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.E. Francke, voorzitter,
mrs. J.M. Jongkind en A.M. den Hollander, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier D.H. Geuze,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 november 2023.
mr. Den Hollander is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.