ECLI:NL:RBNHO:2023:1114

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
13 februari 2023
Zaaknummer
8251130 \ CV EXPL 20-54
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie bij annulering van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Deutsche Lufthansa A.G. De passagier had een vordering ingesteld wegens de annulering van zijn vlucht van Frankfurt naar Seoul op 22 augustus 2018, die was geannuleerd vanwege de tyfoon Soulik. De passagier vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen.

De vervoerder, Deutsche Lufthansa, betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk de verwachte slechte weersomstandigheden door de tyfoon. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder voldoende had aangetoond dat de annulering gerechtvaardigd was op basis van de voorspellingen van de weersomstandigheden en dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had getroffen om de annulering te voorkomen. De kantonrechter wees de vordering van de passagier af en veroordeelde de passagier tot betaling van de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de toepassing van de Europese regelgeving omtrent luchtreizen en de voorwaarden waaronder luchtvaartmaatschappijen zich kunnen beroepen op buitengewone omstandigheden om compensatie te vermijden. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de proceskosten onmiddellijk moeten worden betaald, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8251130 \ CV EXPL 20-54 (RH)
Uitspraakdatum: 25 januari 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. I.G.B. Maertzdorff (EUclaim B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Deutsche Lufthansa A.G.
gevestigd te Keulen (Duitsland)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigden: mr. E.A. Pluijm en mr. L.E. Schalk (Russell Advocaten)

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 8 oktober 2019 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier op 22 augustus 2018 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport, via Munchen Frans Jozef Strauss Airport, München (Duitsland), naar Frankfurt International Airport, Frankfurt (Duitsland). Vanaf Frankfurt diende de vervoerder de passagier diezelfde dag te vervoeren naar Incheon International Airport, Seoul (Zuid-Korea). De geplande aankomsttijd te Seoul was op 23 augustus 2018 om 11:20 uur (lokale tijd).
2.2.
De vlucht van Frankfurt naar Seoul, met vluchtnummer: LH712 (hierna: de vlucht), is op 22 augustus 2018 door de vervoerder geannuleerd. De vervoerder heeft de passagier omgeboekt naar een alternatieve vlucht, waarmee de passagier op vrijdag 24 augustus 2018 om 10:00 uur (lokale tijd) is aangekomen.
2.3.
De passagier heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 augustus 2018, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 108,90 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering. Hij voert aan dat de annulering van de vlucht is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
In de conclusie van dupliek heeft de vervoerder een weerbericht ‘geplakt’. De kantonrechter ziet dit als een (verkapte) productie. De passagier heeft hier niet meer op kunnen reageren, zodat deze productie bij de beoordeling buiten beschouwing zal worden gelaten.
5.3.
Niet in geschil is dat de vlucht is geannuleerd. Gesteld noch gebleken is dat de vervoerder zich kan beroepen op artikel 5, eerste lid, onder c sub i, ii of iii van de Verordening, waardoor er in beginsel een compensatieplicht geldt voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5, lid 3, van de Verordening. In de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van onverwachte vliegveiligheidsproblemen, weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.4.
De vervoerder voert aan dat de vlucht is geannuleerd wegens de verwachte slechte weersomstandigheden te Seoul. De vervoerder voert daartoe aan dat op 22 en 23 augustus 2018 de tyfoon “Soulik” werd verwacht aan land te komen te Seoul. Deze tyfoon zou op 22 en 23 augustus 2018 kunnen zorgen voor sterke wind en zware regenval. Gelet op de veiligheid van zowel de passagiers als de bemanning is besloten de vlucht te annuleren, aldus de vervoerder. Ter onderbouwing van zijn verweer heeft de vervoerder onder meer de vluchtrapporten van de vlucht, verschillende nieuwsartikelen waaruit de extreme weersomstandigheden zouden blijken en een “Tagesbericht” overgelegd. Uit de nieuwsberichten volgt volgens de vervoerder dat tyfoon “Soulik” op 22 en 23 augustus toesloeg in Zuid-Korea en daar verwoesting en schade heeft aangericht. Volgens de vervoerder werd deze tyfoon aangeduid met categorie 3 op de schaal van Saffir-Simpson. De vervoerder voert aan dat een tyfoon van deze categorie zo krachtig is dat hij caravans kan vernietigen en daken van huizen kan afblazen. Uit het “Tagesbericht” volgt voorts dat tegelijkertijd met tyfoon “Soulik” ook tyfoon “Cimaron” in Japan verwacht werd aan land te komen, aldus de vervoerder. Als gevolg daarvan zou de vlucht, indien het niet veilig zou zijn om te landen in Zuid-Korea, ook niet kunnen uitwijken naar een luchthaven in Japan, aldus nog steeds de vervoerder. De vervoerder voert aan dat de te verwachten slechte weersomstandigheden te Seoul en het gebrek aan beschikbare uitwijkmogelijkheden ertoe hebben geleid dat de vlucht is geannuleerd. Daarnaast volgt uit het vluchtrapport van de vlucht dat de tyfoon leidde tot annulering van de vlucht omdat de tyfoon aankoerste op de route van de vlucht.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de vervoerder voldoende aangetoond dat hij genoodzaakt was de vlucht te annuleren vanwege de voorspelde slechte weersomstandigheden en dat de annulering van de vlucht derhalve het gevolg is van een buitengewone omstandigheid als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Het door Lennoc B.V. (hierna: Lennoc) opgestelde weerbericht dat de passagier als productie 1 bij conclusie van repliek heeft overgelegd en waaruit zou blijken dat tyfoon “Soulik” op en rondom de verwachte aankomsttijd op de luchthaven van Seoul wel meeviel, betreft een document dat is opgesteld tijdens of ná de tyfoon. De kantonrechter baseert dit oordeel op hetgeen de passagier omtrent dit weerbericht en het onderzoek van bij conclusie van repliek heeft gesteld. Volgens de passagier haalt Lennoc elke dag de vluchtinformatie, waaronder de weerberichten van verschillende vluchten wereldwijd, op waarna Lennoc op basis van de beschikbare informatie een basisscan maakt over alle vluchten die voldoen aan de Verordering. Hieruit leidt de kantonrechter af dat Lennoc bij het opstellen van de basisscan ten aanzien van de vlucht van Frankfurt naar Seoul gebruik heeft gemaakt van de weerberichten die de daadwerkelijke weersomstandigheden van 22 en 23 augustus 2018 weergeven. Niet is gebleken dat de vervoerder deze informatie op 21 augustus 2018 tot zijn beschikking had, waardoor de vervoerder enkel kon afgaan op de voorspellingen die hij op dat moment voorhanden had. De beslissing van de vervoerder om uit veiligheidsoverwegingen over te gaan tot annulering van de vlucht is in dat licht niet onbegrijpelijk. Dat de tyfoon achteraf bezien minder zwaar bleek dan voorspeld en dat Seoul later dan gepland is getroffen door de slechte weersomstandigheden, zijn omstandigheden die naar het oordeel van de kantonrechter de vervoerder niet kunnen worden tegengeworpen. Dat andere luchtvaartmaatschappijen hebben besloten hun vluchten ondanks de voorspelde weersomstandigheden alsnog uit te voeren, kan aan het voorgaande niet afdoen.
5.6.
Voorts heeft de vervoerder voldoende toegelicht dat hij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de annulering van de vlucht te voorkomen, dan wel de vertraging ten gevolge van de annulering te beperken. Vast staat dat de vervoerder de passagier heeft omgeboekt naar alternatieve vluchten (KL903 en KE924) die niet door de vervoerder zelf zijn uitgevoerd en waarmee de passagier minder dan 24 uur later dan gepland op de eindbestemming is aangekomen. Indien de passagier met de door hem genoemde alternatieve vluchten zou zijn vervoerd - ervan uitgaande dat er op die vluchten plaats voor hem was - dan was hij weliswaar eerder in Seoul aangekomen, maar dat wil niet zeggen dat de vervoerder, door de passagier om te boeken naar de alternatieve vluchten zoals de vervoerder in dit geval heeft gedaan, geen redelijk alternatief heeft aangeboden. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder in dit geval nog meer of anders had moeten nemen als gevolg van de annulering van de geboekte vlucht. De vordering tot compensatie wegens annulering van de vlucht zal dan ook worden afgewezen.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagier, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 248,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagier tot betaling van € 62,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter