Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 november 2022 met producties 1 tot en met 16;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] met producties 1 tot en met 4;
- het tussenvonnis van 25 januari 2023, waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de door [eiseres] ingediende aanvullende producties 17 tot en met 20;
- de mondelinge behandeling van 27 maart 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn bijgehouden en waarbij door beide partijen pleitaantekeningen zijn overgelegd.
2.De feiten
De partijen verklaarden, dat bij de levering van het door hen gezamenlijk aangekochte registergoed, te weten: (…) hierna te noemen: de woning,
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Het is onaannemelijk dat [eiseres] afstand zou doen van de verwachten waardestijging van de woning;
- [gedaagde] heeft de afspraak in het gesprek van oktober 2021 bevestigd;
- In de schriftelijke getuigenverklaringen hebben [betrokkene 2] en [minderjarige] verklaard dat de afspraak is gemaakt.
- Op een vraag van [betrokkene 2] over “
- Na de opmerking van [betrokkene 2] “
Ach hou op hey” waaruit de rechtbank eerder een ontkenning dan een bevestiging van [gedaagde] afleidt.
- Na een opmerking van [betrokkene 2] “
- Vervolgens heeft [betrokkene 2] het woord “
- [betrokkene 2] heeft het volgende gezegd: “
Ja, hoe bedoel je door drie?”). Volgens [eiseres] is tijdens het opgenomen gesprek van oktober 2021 (geen nieuwe afspraak gemaakt, maar) door [gedaagde] een hem al bekende afspraak van twee of drie jaar eerder bevestigd. Daarmee is niet goed te rijmen dat [gedaagde] in het gesprek van oktober 2021 nog heeft gevraagd om een uitleg.
besproken” en “
toegezegd” dat de overwaarde “
door 3 gedeeld zou worden” en dat zij ([minderjarige]) dit “
meermaals besproken” heeft met [gedaagde].
afgesproken” en “
mo
ndeling beaamd” dat “d
e overwaarde door drie gedeelt gaat worden n.l. [minderjarige] een derde – [gedaagde] een derde en [betrokkene 1] [eiseres] een derde”.
5.De beslissing
31 mei 2023voor uitlating door [eiseres] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;