Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
3.
[vof in liquidatie],
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 25 oktober 2023, gaat het om een geschil tussen eisers, bestaande uit twee natuurlijke personen en een vennootschap onder firma (vof), en gedaagden, een echtpaar. De eisende partijen beschuldigen de heer [gedaagde 1] van onrechtmatige onttrekking van gelden aan de vof, waarbij hij valse facturen heeft gestuurd en onterechte doorbelastingen heeft gedaan. De rechtbank oordeelt dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor een bedrag van € 66.685,75, dat zij aan de vof moeten betalen. Dit bedrag is het resultaat van onrechtmatige handelingen van de heer [gedaagde 1], die als administrateur van de vof handelde en onterecht bedragen aan de vof heeft onttrokken. De rechtbank wijst ook de vorderingen van de eisers af die betrekking hebben op buitengerechtelijke kosten en andere schadeposten, omdat deze onvoldoende onderbouwd zijn. De rechtbank bevestigt de rechtsmacht en het toepasselijke recht, en geeft aan dat de vorderingen naar Nederlands recht worden beoordeeld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de gedaagden in hun rol binnen de vof en de gevolgen van onrechtmatige daden in het civiele recht.