ECLI:NL:RBNHO:2023:10895
Rechtbank Noord-Holland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening huurrecht bij beëindiging affectieve relatie
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, is de vraag aan de orde wie (voorlopig) de huurwoning mag blijven gebruiken na het beëindigen van een affectieve relatie tussen de partijen. De eiser, [eiser], heeft de gedaagde, [gedaagde], op 10 oktober 2023 gedagvaard en vordert dat hij het exclusieve gebruik van de huurwoning aan de [adres] te [plaats 1] mag behouden. De gedaagde heeft hiertegen verweer gevoerd, stellende dat zij een groter belang heeft bij het gebruik van de woning, vooral gezien haar situatie met betrekking tot haar dochter, [minderjarige]. De kantonrechter heeft op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan en geconcludeerd dat de belangen van de gedaagde in deze situatie net iets zwaarder wegen dan die van de eiser. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde niet bij haar ouders kan verblijven en dat zij afhankelijk is van de woning voor haar stabiliteit en de zorg voor haar dochter. De vordering van de eiser om het exclusieve gebruik van de woning te verkrijgen is afgewezen, maar de eiser krijgt wel toestemming om zijn persoonlijke spullen op te halen, met de voorwaarde dat hij dit 48 uur van tevoren aankondigt. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.