In deze huurzaak heeft Stichting Woningbedrijf Velsen op 12 januari 2023 een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens betalingsachterstand. De gedaagde heeft mondeling geantwoord en een tegenvordering ingesteld. Tijdens de zitting op 2 juni 2023 heeft de kantonrechter de standpunten van beide partijen gehoord. De gedaagde huurt een woonruimte van Woningbedrijf Velsen voor een huurprijs van € 645,68 per maand, maar heeft een huurachterstand van € 3.869,24 opgebouwd. Woningbedrijf Velsen vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonruimte, alsook betaling van de achterstallige huur en een gebruiksvergoeding. De gedaagde erkent de huurachterstand, maar voert verweer tegen de ontbinding en vordert huurprijsvermindering vanwege gebreken in de woning.
De kantonrechter oordeelt dat de huurachterstand zo groot is dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De gedaagde heeft onvoldoende bewijs geleverd voor de gebreken die zij aanvoert, en de kantonrechter wijst de tegenvordering tot huurprijsvermindering af. De vordering van Woningbedrijf Velsen wordt toegewezen, inclusief de ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en een gebruiksvergoeding, evenals de proceskosten. De kantonrechter wijst de machtiging voor ontruiming met behulp van de sterke arm af, aangezien de deurwaarder deze bevoegdheid al heeft zonder rechterlijke tussenkomst. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.J. Dijk op 28 juni 2023.