In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, vertegenwoordigd door mr. J.J.O. Zandt, wegens compensatie voor de annulering van vlucht BA442 van Amsterdam naar Londen op 11 juli 2022. De passagiers, die een vervoersovereenkomst met de vervoerder hadden, hebben hun vorderingsrecht aan AirHelp overgedragen. De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan, ondanks de verplichtingen die voortvloeien uit de Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie voorschrijft bij annuleringen en vertragingen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de annulering van de vlucht niet in geschil is. De vervoerder heeft een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden, maar de kantonrechter oordeelt dat niet is aangetoond dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter concludeert dat de vervoerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat de alternatieve aangeboden vluchten een redelijke maatregel vormden. Bovendien heeft de vervoerder niet actief de passagiers omgeboekt, wat ook in strijd is met de verplichtingen die voortvloeien uit de Verordening.
De kantonrechter heeft de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 2.700,00 aan AirHelp, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 25 oktober 2023 door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.