Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1],
[eiser 2],beiden wonende te [plaats]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
- € 600,54, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 november 2018, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 109,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 20 november 2018 dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
(€ 65,00). De passagiers hebben verder ook kosten gemaakt voor toiletartikelen zoals medicijnen, zonnebrand, shampoo, scheerartikelen en huidverzorging (in totaal € 135,91), een oplader (€ 16,99) en het parkeren bij het winkelcentrum (€ 5,90). De vervoerder heeft in dit verband aangevoerd dat de gemaakte kosten nodeloos hoog zijn voor een tijdelijke oplossing. De kantonrechter volgt de vervoerder gedeeltelijk in dit verweer. Uit de door de passagiers overgelegde betalingsbewijzen volgt dat de passagiers twee overhemden hebben gekocht; één overhemd voor € 22,00 en één overhemd voor € 68,95. Het is de kantonrechter niet duidelijk waarom de passagiers er, in het kader van hun schadebeperkingsplicht, niet voor hebben gekozen om twee overhemden van € 22,00 te kopen. De kosten voor het duurdere overhemd zullen dan ook worden afgewezen. Ten aanzien van de overige voornoemde kostenposten is de kantonrechter, anders dan de vervoerder, van oordeel dat de kosten in dit geval voldoende noodzakelijk, passend en redelijk zijn gebleken.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 70,17 (inclusief btw), en voor het overige afwijzen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de passagiers in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kunnen maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
5.De beslissing
griffierecht € 236,00;
salaris gemachtigde € 160,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;