Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Artikel 1, vierde lid aanhef en onder c, van de Visserijwet luidt: Voor het bepaalde bij of krachtens deze wet wordt verstaan onder:
c. “kustvisserij’: het vissen in de bij algemene maatregel van bestuur als
kustwater aangewezen wateren.
Artikel 7 van de Visserijwet luidt: Het is verboden in een water, als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c , te vissen voor zover een ander rechthebbende is op het visrecht van dat water.
Artikel 2 aanhef en vierde lid van het Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren luidt: Als kustwater, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c, van de Visserijwet 1963,
worden aangewezen:
4 Het Brouwershavense Gat, landwaarts van een lijn getrokken van punt B tot punt C (51°44’48”NB 03°40’23”OL) tot de meest zeewaarts gelegen waterkering, in het noordoosten begrensd door het Zeegat van Goeree en in het zuidwesten door de lijn getrokken vanaf de lichtopstand “De Verklikker” op Schouwen-Duiveland (51°43’34’NB 03°42’23”OL) in noordwestelijke richting (315° r.w.) tot punt C.
Artikel 12 van de Uitvoeringsregeling visserij luidt:
1. Het is verboden te vissen in het zeegebied en de kustwateren met een aalfuik, staand want, hoekwant, aalkistje, ankerkuil of enig ander vast vistuig, niet zijnde een vistuig, bestemd voor het vangen van schelpdieren.
2 Het is verboden in de kustwateren te vissen met een zegen.
Artikel 6, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 luidt: Visvergunning
1. Een communautair vissersvaartuig mag slechts voor de commerciële exploitatie van levende aquatische hulpbronnen worden gebruikt als het over een geldige visvergunning beschikt.
Artikel 92, eerste lid van de Uitvoeringsregeling zeevisserij luidt: Het is verboden om in strijd te handelen met artikel 6, eerste lid, van de controleverordening.
Artikel 130, vierde lid, van Uitvoeringsregeling zeevisserij luidt: De minister wijst de kapitein van een vissersvaartuig onder wiens gezag ernstige inbreuken als bedoeld in artikel 42, eerste lid, onderdeel a, van verordening nr. 1005/2008 zijn gepleegd, punten toe overeenkomstig bijlage XXX van de uitvoeringsverordening controleverordening.
Artikel 92 eerste lid van verordening (EG) nr. 1224/2009:
1. De lidstaten passen op ernstige inbreuken zoals bedoeld in artikel 42, lid 1, onder a, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 een puntensysteem toe op basis waarvan de houder van een visvergunning voor een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid een passend aantal punten.
Artikel 92 zesde lid van verordening (EG) nr. 1224/2009: De lidstaten voorzien eveneens in een puntensysteem op basis waarvan aan de kapitein van een vaartuig als gevolg van een door hem begane ernstige inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid een passend aantal punten wordt gegeven.
Artikel 2 aanhef en onder 1 van Verordening (EG) nr. 1005/2008: luidt: Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
illegale ongemelde of ongereglementeerde visserij” of „IOO-visserij”: visserijactiviteiten die illegaal, ongemeld of ongereglementeerd zijn.
Artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van Verordening (EG) nr. 1005/2008: luidt:
1. Van een vissersvaartuig wordt aangenomen dat het I00-visserij heeft bedreven indien wordt aangetoond dat het, in strijd met de instandhoudings- en beheersmaatregelen die gelden in het gebied waar het die activiteiten heeft verricht:
a. a) heeft gevist
zonder een geldige visvergunningof vismachtiging of een geldig
visdocument, afgegeven door de vlaggenstaat of de betrokken kuststaat […].
Artikel 3, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1005/2008: luidt: De in lid 1 vermelde activiteiten worden beschouwd als ernstige inbreuken overeenkomstig artikel 42, naargelang van de ernst van de betrokken inbreuk, welke wordt beoordeeld door de bevoegde autoriteit van de lidstaat, op grond van criteria als aangerichte schade, waarde, omvang van de inbreuk of herhaling.
Artikel 42, eerste lid aanhef en onder a, van Verordening (EG) nr. 1005/2008:
1. Voor de doeleinden van deze verordening wordt onder ,,ernstige inbreuk”
verstaan: a) de activiteiten die op grond van de in artikel 3 bepaalde criteria worden
beschouwd als I00-visserij.
Artikel 126, eerste lid, van de Uitvoeringsverordening 404/2011 luidt: Het aantal punten voor ernstige inbreuken wordt door de bevoegde autoriteit van de vlaggenlidstaat overeenkomstig bijlage XXX toegewezen aan de houder van de visvergunning voor het betrokken vissersvaartuig.
Op grond van bijlage XXX van Uitvoeringsverordening 404/2011 wordt voor vissen zonder een geldige visvergunning of vismachtiging of een geldig visdocument die of dat is afgegeven door de vlaggenstaat of de betrokken kuststaat (artikel 90, lid 1, van de controleverordening, juncto artikel 42, lid 1, onder a), en artikel 3, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1005/2008 7 punten gegeven.
Beleidsregel Ernstige inbreuken GVB 2020
Artikel 2 van de Beleidsregel Ernstige inbreuken GVB 2020
Beoordeling ernst inbreuk
1. Voor de toepassing van artikel 90, eerste lid, van de controleverordening, en
artikel 42 van verordening nr. 1005/2008 wordt de ernst van een inbreuk op de
regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid beoordeeld overeenkomstig deze
beleidsregel.
2 De minister beoordeelt de ernst van de inbreuk, bedoeld in het eerste lid, op
basis van de omstandigheden van het geval, zoals de aard van inbreuk, de daaruit
voortvloeiende schade, de waarde van de schade aan de visbestanden en het
mariene milieu in kwestie, en de omvang van de inbreuk.
3 De inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid zoals die
worden omschreven in de artikelen 4 tot en met 20 van deze beleidsregel, worden
aangemerkt als ernstige inbreuken, tenzij zich in het concrete geval een of meer
bijzondere omstandigheden voordoen die de mate van ernst van de inbreuk
dusdanig doen verminderen, dat de desbetreffende inbreuk redelijkerwijs niet kan
worden aangemerkt als een ernstige inbreuk.
Artikel 14 van de Beleidsregel Ernstige inbreuken GVB 2020:
Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van:
a. artikel 92, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met
artikel 6, eerste lid, van de controleverordening, voor zover wordt of is gevist
zonder visvergunning, of wordt of is gevist met een visvergunning die is
geschorst of ingetrokken; [..]