De kantonrechter dient te beoordelen of sprake is van gewichtige redenen op grond waarvan de huidige testamentaire bewindvoerder/beschermingsbewindvoerder dient te worden ontslagen en een nieuwe testamentaire bewindvoerder en beschermingsbewindvoerder moet worden benoemd. Hiertoe overweegt de kantonrechter als volgt.
Het verzoek stoelt zich naar het oordeel van de kantonrechter op twee punten. De bewindvoerder voert zijn taken niet naar behoren uit en tussen [betrokkene] en de bewindvoerder ontbreekt vertrouwen. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat de bewindvoerder afgeweken is van de kwaliteitseisen die het LOVCK&T stelt aan een bewindvoerder. Bovendien is sprake van een moeilijk dossier, waarbij [betrokkene] veel vrijheden kreeg, zoals het hebben van 16 bankrekeningen, waarin de bewindvoerder zijn weg moest vinden. [betrokkene] heeft concreet aangegeven dat er twee fouten zijn gemaakt. Dit betreft de blokkade van de pinpas en het niet juist doen van aangifte inkomstenbelasting door de bewindvoerder. De kantonrechter is van oordeel dat, zeker gelet op de inhoud en de bedoeling van de uitspraak van de kantonrechter van 6 augustus 2021 het niet correct is geweest dat de mentor de pinpas van [betrokkene] in gebruik heeft genomen. De bedoeling was dat de geldstromen tussen [betrokkene] en [mentor] transparant zouden worden. Dit is vanzelfsprekend niet het geval als [mentor] betalingen gaat doen met de pinpas van [betrokkene] . Het is begrijpelijk dat de bank, toen de bank bemerkte dat de pinpas niet op de juiste wijze werd gebruikt, deze heeft geblokkeerd. Dit is dan ook niet aan te merken als een fout van de bewindvoerder. Verder overweegt de kantonrechter dat het enkele feit dat een andere belastingadviseur tot een iets andere aangifte komt, niet kan worden aangemerkt als een fout van de bewindvoerder. Naar het oordeel van de kantonrechter is op basis van het voorgaande geen sprake van gewichtige redenen tot ontslag van de bewindvoerder.
Ten aanzien van het bij [betrokkene] ontbrekende vertrouwen in de bewindvoerder merkt de kantonrechter het volgende op. Gebleken is dat er tussen [betrokkene] en de bewindvoerder enkel een kennismakingsgesprek heeft plaatsgevonden waarbij [mentor] ook aanwezig was en dat de communicatie verder verliep via [mentor] . [betrokkene] doet zijn administratie niet zelf, dat doet [mentor] . [betrokkene] heeft zelf nooit wensen of bezwaren kenbaar gemaakt naar de bewindvoerder. Ondanks het herhaalde aanbod van de bewindvoerder om in gesprek te gaan met [betrokkene] op het kantoor van de bewindvoerder of om langs te gaan bij [betrokkene] voor een gesprek, is het niet tot een gesprek tussen [betrokkene] en de bewindvoerder gekomen. Hierbij is een complicerende factor dat [betrokkene] geen e-mails leest en [mentor] betrokken is bij elk aspect van zijn leven en alles van hem overneemt. Ter zitting heeft [betrokkene] ook verklaard dat hij niet in gesprek wil gaan met de bewindvoerder en geen gebruik heeft gemaakt van de klachtenprocedure, en dat ook niet wil.
Volgens [mentor] is het niet zinvol dat [betrokkene] met de bewindvoerder in gesprek gaat omdat zij op haar wijze uitlegt hoe zijn financiële situatie er uit ziet. [mentor] legt de financiën aan [betrokkene] uit door middel van de beeldspraak dat sommige paarden lopen en andere op stal worden gezet.
Naar het oordeel van de kantonrechter ligt, wanneer een [betrokkene] klachten heeft over een bewindvoerder, het op de weg om eerst met de bewindvoerder in gesprek te gaan.
De raadsvrouw heeft aangegeven dat dit niet van [betrokkene] kan worden verwacht door zijn schizofrenie. Voor de kantonrechter is dit niet te begrijpen. [betrokkene] hecht aan zijn autonomie en tegelijkertijd kan eigen initiatief volgens de raadsvrouw niet van [betrokkene] worden verwacht. Het hebben van autonomie betekent nu juist dat iemand zelf dingen onderneemt en initiatief neemt. De kantonrechter vindt het kwalijk dat de raadsvrouw er niet voor heeft gekozen om te de-escaleren en eerst, al dan niet samen met [betrokkene] , met de bewindvoerder in gesprek te gaan, maar er voor gekozen heeft rauwelijks een verzoek neer te leggen bij de rechtbank om de bewindvoerder te ontslaan. De kantonrecht is daarom van oordeel dat ook uit het voorgaande geen reden tot ontslag volgt.
Uitvoering van het bewind
Bij beschikking van 20 juni 2018 is bepaald dat [betrokkene] over € 40.000,- vrij te beschikken zou hebben, zodat hij zelf uitgaven kan doen en zelf kan beleggen. Ter zitting is duidelijk geworden dat [betrokkene] zijn eigen administratie al vele jaren niet doet. Beleggingen interesseren hem niet en zijn aandelen staan op een rekening van [mentor] . [betrokkene] heeft ter zitting verklaard er geen bezwaar tegen als zijn beleggingen ondergebracht worden in een beheerde beleggingsportefeuille. Dit is reden voor de kantonrechter om ambtshalve de eerder gemaakte afspraken te wijzigen en het bewind om te zetten in een regulier bewind, volgens afspraken opgesteld door LOVCK&T. Dit houdt in dat de bewindvoerder verantwoording aflegt zoals in elk ander bewind en er geen bedragen meer worden uitgezonderd. [betrokkene] ontvangt zak- en leefgeld naar de door de bewindvoerder vast te stellen behoefte en kost/inwoning zal worden betaald aan [mentor] . Kost/inwoning bestaat uit een totaalbedrag waarbij afgesproken moet worden welke kosten daaronder vallen. Het is niet de bedoeling dat [mentor] bedragen voorschiet, tenzij hierover vooraf afspraken worden gemaakt tussen de bewindvoerder en [mentor] . Voor het kopen van kleding en dergelijke kan gekozen worden voor een daarvoor bestemd budget dat kan worden overgemaakt op de rekening van [mentor] . Ook de uitgaven vanuit dit budget zullen verantwoord dienen te worden aan de bewindvoerder en via de rekening en verantwoording aan de kantonrechter. Het voorschieten van bedragen door [mentor] wordt gezien als het aangaan van een lening. [betrokkene] kan geen leningen aangaan zonder voorafgaande toestemming van de kantonrechter. De rechtbank gaat er van uit dat [betrokkene] niet in staat is de rekening en verantwoording te begrijpen. Dit betekent dat [betrokkene] niet mee hoeft te tekenen met de bewindvoerder en de rechtbank de rekening en verantwoording extra zal controleren. Van de bewindvoerder kan immers niet verlangd worden dit op het niveau uit te leggen waarop [mentor] de financiën met [betrokkene] bespreekt.