ECLI:NL:RBNHO:2023:10702
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van de Verordening 261/2004 en het Verdrag van Montreal op een vlucht van Londen naar Amsterdam
In deze zaak hebben de passagiers, die een vervoersovereenkomst hadden gesloten met easyJet Airline Company Limited voor een vlucht van Londen Gatwick naar Amsterdam Schiphol op 6 juni 2022, de vervoerder gedagvaard na de annulering van hun vlucht. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen de vervoerder, die niet verschenen was. De passagiers vorderden compensatie van € 750,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004 en artikel 19 van het Verdrag van Montreal. De kantonrechter heeft ambtshalve vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
De kantonrechter heeft vervolgens beoordeeld of de vordering onder het toepassingsbereik van de Verordening en het Verdrag van Montreal valt. Hij concludeerde dat de Verordening niet van toepassing is, omdat de luchthaven van vertrek, Londen, buiten de EU ligt en de vervoerder geen communautaire luchtvaartmaatschappij is. Dit werd bevestigd door de Brexit, waardoor easyJet niet meer als zodanig kan worden aangemerkt. De kantonrechter oordeelde dat de gevorderde compensatie daarom niet voor toewijzing in aanmerking komt.
Daarnaast hebben de passagiers ook een vordering tot vergoeding van kosten voor vervangend vervoer ingediend, maar de kantonrechter oordeelde dat artikel 19 van het Verdrag van Montreal niet van toepassing is, omdat de passagiers niet hebben aangetoond dat zij met vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op nihil zijn vastgesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op 25 oktober 2023.