ECLI:NL:RBNHO:2023:10650
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-onderzoek gegrond verklaard in geval van valsheid in geschrift
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 september 2023 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift tegen het bepalen en verwerken van het DNA-profiel van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor valsheid in geschrift (artikel 231 Sr). Het bezwaarschrift, ingediend op 14 juli 2023, werd behandeld in een besloten raadkamer op 4 september 2023. De veroordeelde was niet verschenen, maar zijn advocaat, mr. R.R. van Zuijlen, heeft het bezwaar toegelicht. De verdediging stelde dat het DNA-onderzoek niet van betekenis zou zijn voor de opsporing van strafbare feiten, gezien de aard van het misdrijf en de omstandigheden waaronder het gepleegd was. De officier van justitie was van mening dat het DNA-onderzoek wel degelijk relevant kon zijn voor de opsporing.
De rechtbank oordeelde dat DNA-onderzoek bij valsheid in geschrift een zeer geringe rol speelt en dat er geen aanwijzingen waren voor recidivegevaar. De rechtbank nam in overweging dat de veroordeelde een first offender was en inmiddels over geldige reisdocumenten beschikte. Gezien deze omstandigheden verklaarde de rechtbank het bezwaarschrift gegrond en beval de vernietiging van het celmateriaal van de veroordeelde. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter mr. A. Buiskool, in aanwezigheid van griffier mr. S. Bahta.