ECLI:NL:RBNHO:2023:10646

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
10295524 \ CV EXPL 23-544
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van hoofdsom en incassokosten in verband met overeenkomst van opdracht

In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Tanger Advocaten N.V. (eiser) en Azaya LDN B.V. (gedaagde). Tanger heeft Azaya op 13 januari 2023 gedagvaard en vordert betaling van € 4.711,97 aan hoofdsom en € 721,39 aan incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht voor het verlenen van juridische bijstand.

Gedurende de procedure heeft de rechtbank Azaya meerdere keren in de gelegenheid gesteld om een ondertekende conclusie van antwoord in te dienen, maar Azaya heeft hieraan geen gehoor gegeven. De rechtbank heeft Azaya per post en e-mail geïnformeerd over uitstel en de mogelijkheid om verweer te voeren, maar ondanks deze mogelijkheden heeft Azaya geen verweer ingediend.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat, ingevolge artikel 133 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het recht om een proceshandeling te verrichten vervalt wanneer deze niet binnen de gestelde termijn is verricht en er geen uitstel kan worden verkregen. Aangezien Azaya geen ondertekende conclusie van antwoord heeft ingediend, heeft de kantonrechter de vordering van Tanger beoordeeld op basis van de dagvaarding.

De kantonrechter heeft de vordering van Tanger toegewezen, aangezien deze niet onrechtmatig of ongegrond werd bevonden. Azaya is veroordeeld tot betaling van de gevorderde hoofdsom, incassokosten en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering voor het overige is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10295524 \ CV EXPL 23-544
Uitspraakdatum: 25 oktober 2023
Vonnis in de zaak van:
De naamloze vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Tanger Advocaten N.V.
gevestigd te Haarlem
de eisende partij
hierna te noemen: Tanger
gemachtigde: mr. S. Hossaini
tegen
Azaya LDN B.V.
statutair gevestigd te Haarlem
de gedaagde partij
hierna te noemen: Azaya

1.Het procesverloop

1.1.
Tanger heeft Azaya op 13 januari 2023 gedagvaard.
1.2.
Op 23 januari 2023 heeft de rechtbank Azaya per post bericht dat er uitstel is gegeven voor het indienen van een conclusie van antwoord.
1.3.
Op 22 maart 2023 heeft de rechtbank Azaya per post bericht dat vonnis zal worden gewezen op 19 april 2023.
1.4.
De brieven van 23 januari 2023 en 22 maart 2023 kwamen per post retour bij de rechtbank. Azaya was niet langer gevestigd op het adres De Corridor 14j te Breukelen. Een nieuw adres was bij de rechtbank onbekend op dat moment.
1.5.
Omdat Azaya wel per e-mail contact heeft opgenomen met de rechtbank, is Azaya alsnog in de gelegenheid gesteld een ondertekend conclusie van antwoord in te dienen. Op 19 april 2023 is de brief waarin uitstel werd gegeven tot de rolzitting van 17 mei 2023 zowel per post als per e-mail verzonden naar Azaya.
1.6.
Aangezien er nog altijd geen ondertekend verweer werd ontvangen, is opnieuw in de gelegenheid gesteld een ondertekende conclusie van antwoord in te dienen. Op 17 mei 2023 is de brief waarin uitstel werd gegeven tot de rolzitting van 31 mei 2023 zowel per post als per e-mail verzonden naar Azaya.
1.7.
Naar aanleiding van de e-mail van 17 mei 2023 heeft Azaya het correcte adres aan de rechtbank doorgegeven en om uitstel verzocht.
1.8.
Op 21 juni 2023 heeft de rechtbank Azaya nog eenmaal in de gelegenheid gesteld om een ondertekend verweer in te dienen op de rolzitting van 5 juli 2023.
1.9.
Aangezien er geen ondertekend verweer werd ontvangen, is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.De vordering

2.1.
Tanger vordert dat de kantonrechter Azaya veroordeelt tot betaling van € 4.711,97 aan hoofdsom en tot betaling van € 721,39 aan incassokosten te vermeerderen met wettelijke rente en kosten.
2.2.
Tanger legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Azaya gehouden is om tot betaling op grond van de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst van opdracht voor het verlenen van juridisch bijstand.

3.Het verweer

3.1.
Hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, heeft Azaya geen ondertekende conclusie van antwoord ingediend.

4.De beoordeling

4.1.
Ingevolge artikel 133, vierde lid, Rv, vervalt het recht om een proceshandeling te verrichten wanneer een proceshandeling niet is verricht binnen de daarvoor gestelde termijn en daarvoor geen uitstel kan worden verkregen. De kantonrechter heeft Azaya meerdere uitstelmogelijkheden gegeven voor het indienen van een ondertekende conclusie van antwoord. Aangezien er aan de zijde van Azaya geen ondertekende conclusie van antwoord is ingediend, wordt aan de hand van de dagvaarding beoordeeld of de vordering toewijsbaar is.
4.2.
Het door Tanger gevorderde komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en kan, als zijnde onweersproken, worden toegewezen. Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zal het bedrag exclusief btw worden toegewezen, aangezien Tanger op grond van de Wet Omzetbelasting 1968 btw kan verrekenen.
4.3.
Azaya wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Azaya tot betaling aan Tanger van € 4.711,97 aan hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de declaraties tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Azaya tot betaling aan Tanger van € 596,20 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.3.
veroordeelt Azaya tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Tanger tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 109,33
griffierecht € 514,00
salaris gemachtigde € 264,00;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter