ECLI:NL:RBNHO:2023:10616
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van verkoopopbrengst van een scooter na geschil over schenking
In deze zaak vordert eiseres betaling van de verkoopopbrengst van een scooter, die volgens haar tegen haar wil is verkocht door gedaagde. Gedaagde betwist dit en stelt dat de scooter aan haar is geschonken door eiseres. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde voldoende heeft aangetoond dat de scooter aan haar is geschonken, en dat eiseres dit onvoldoende heeft weersproken. De vordering van eiseres wordt afgewezen.
Het proces begon met een dagvaarding van eiseres op 14 februari 2023, waarna gedaagde schriftelijk heeft geantwoord. Tijdens een zitting op 11 juli 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiseres vordert € 1.600,00, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, omdat gedaagde de scooter zonder toestemming heeft verkocht. Gedaagde stelt echter dat zij de rechtmatige eigenaar is geworden door schenking.
De kantonrechter stelt vast dat eiseres als erfgenaam van haar overleden echtgenoot eigenaar van de scooter is geworden. Echter, als gedaagde kan bewijzen dat de scooter aan haar is geschonken, heeft zij het recht om de verkoopopbrengst te behouden. Gedaagde heeft schriftelijke verklaringen overgelegd van getuigen die bevestigen dat de schenking heeft plaatsgevonden. Eiseres heeft deze verklaringen betwist, maar de kantonrechter oordeelt dat zij onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar standpunt te onderbouwen.
Uiteindelijk concludeert de kantonrechter dat gedaagde de schenking voldoende heeft aangetoond en dat eiseres dit niet adequaat heeft weersproken. De vordering van eiseres wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.