ECLI:NL:RBNHO:2023:10568

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10540629 EJ VERZ 23-238
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een besluit van de Algemene Ledenvergadering van de VVE inzake kostenverdeling warmteverlies

In deze zaak hebben de verzoekers, allen appartementseigenaren in een complex te Heiloo, een verzoek ingediend om een besluit van de Algemene Ledenvergadering (ALV) van hun Vereniging van Eigenaren (VvE) te vernietigen. Dit besluit, genomen op 2 mei 2023, betreft de nieuwe rekenmethode voor de kostenverdeling van warmteverlies, die volgens de verzoekers in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. De verzoekers zijn van mening dat de oude methode, die gebaseerd was op individueel gebruik, gehandhaafd moet blijven. De VvE heeft echter verweer gevoerd en gesteld dat het besluit van 2 mei 2023 niet nieuw was, maar slechts een bevestiging van een eerder besluit van 8 november 2022.

Tijdens de zitting op 12 oktober 2023 hebben de verzoekers hun standpunten toegelicht, waarbij zij onder andere pleitaantekeningen en tekeningen hebben overgelegd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek zich richt tegen het besluit van 2 mei 2023, maar dat dit besluit niet in isolatie kan worden beoordeeld. Het eerdere besluit van 8 november 2022, dat de nieuwe rekenmethode vaststelde, blijft ongewijzigd en is niet door de verzoekers aangevochten.

De kantonrechter concludeert dat de verzoekers geen belang hebben bij de vernietiging van het besluit van 2 mei 2023, omdat dit besluit niet afdoet aan de rechtsgeldigheid van het eerdere besluit. De verzoekers worden dan ook in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten dragen. De beslissing van de kantonrechter is dat het verzoek wordt afgewezen en de verzoekers worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de VvE.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 10540629 \ EJ VERZ 23-238 WD
Uitspraakdatum: 25 oktober 2023 (bij vervroeging)
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker 1] ;[verzoeker 2] ;[verzoeker 3] ;[verzoeker 4] ;[verzoeker 5] ;[verzoeker 6] ;[verzoeker 7] ,allen wonende te Heiloo,
verzoekende partij,
verder te noemen: [verzoekers] ,
procederend in persoon,
tegen
[verweerder]
gevestigd te Heiloo,
verwerende partij,
verder te noemen: [VvE] ,
gemachtigde: mr. B. Willemsen.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoekers] hebben een verzoekschrift ingediend, ter griffie ingekomen op 31 mei 2023. [VvE] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 12 oktober 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [verzoekers] hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.
Ter zitting hebben [verzoekers] nog een aantal ondertekende machtigingen en een tekening overgelegd. Mede aan de hand van die tekeningen hebben [verzoekers] ter zitting zijn standpunt uiteengezet.
1.3.
Ten slotte is bepaald dat vandaag uitspraak in de zaak zal worden gedaan.

2.De feiten

2.1.
[verzoekers] zijn allen rechthebbende op een appartementsrecht dat ziet op het uitsluitend gebruik van een appartement in het appartementencomplex [naam] te Heiloo (hierna: het appartementencomplex). Zij zijn daarmee allemaal van rechtswege lid van [VvE] .
2.2.
In het appartementencomplex bevindt zich een centrale installatie voor verwarming en opwarming van water. Op een enkele bewoner na nemen alle appartementseigenaren hun warmte af via deze installatie.
2.3.
De totale productie van warmte via deze installatie is hoger dan de som van de door de verschillende appartementseigenaren van deze installatie afgenomen warmte. Dit verschil wordt warmteverlies genoemd.
2.4.
Vanaf de oprichting van [VvE] en de ingebruikname van het appartementencomplex zijn de kosten van dit warmteverlies aan de verschillende appartementseigenaren doorbelast op basis van hun privé warmtegebruik. Dit had tot gevolg dat appartementseigenaren die veel warmte in hun privé -appartement verbruikten c.q. stookten een groter deel van de kosten van het warmteverlies droegen dan de appartementseigenaren die minder warmte verbruikten.
2.5.
Op 8 november 2022 heeft [VvE] een algemene ledenvergadering gehouden. Voorafgaande aan deze vergadering is een agenda opgesteld. Deze bevat de volgende passages:
“5. Vaststellen kostenverdeling cv/wwOp de [naam] hebben wij een centraal gasgestookt systeem voor verwarming en voor warm water, waarbij ieders verbruik precies gemeten wordt. Onderstaand een korte uitleg.
- Optie 1: Nieuwe berekeningsmethodeHet warmteverlies en de kosten van elektriciteit worden niet meer toegerekend aan de gebruikers via de eenheidsprijzen voor CV en warm water, maar wordt toegevoegd aan de exploitatie en via de breukdelen afgerekend. (…)
- Optie 2: huidige berekeningsmethode.”
De notulen van de algemene ledenvergadering bevatten de volgende passages.
(…) De rekenmethodes worden uitgebreid toegelicht door de voorzitter en de bestuurder. Bij optie 1, de nieuwe methode, zal het kantongerecht worden gevraagd om een machtiging om de doorbelasting van de vaste kosten via een vastrechtconstructie te doen en bij optie 2, de oude methode, zal worden geëist dat de oude methode niet conform de akte van splitsing is. (…)Uit de vergadering komen vragen en opmerkingen:(…)Na de daaropvolgende discussie gaat de voorzitter over tot stemmen.Besluit: De vergadering besluit tot het vaststellen van de kostenverdeling en rekenmethode conform optie.Stemverhouding 295 stemmen voor/ 162 stemmen tegen / 15 onthoudingenBesluit: Optie 2 niet in stemming gebracht want optie 1 aangenomen.”
2.5.
De op deze vergadering genomen beslissing brengt mee dat in tegenstelling tot voorheen de omslag van de kosten van het warmteverlies niet meer aan de hand van het individuele gebruik zal plaatsvinden, maar op basis van de in de akte van splitsing van [VvE] opgenomen breukdelen van de appartementsrechten.
2.6.
Op 2 mei 2023 heeft [VvE] wederom een algemene ledenvergadering gehouden.
De vooraf opgestelde agenda van deze vergadering bevat de volgende passage:
“12 Rekenmethode Verrekenbare Kosten(…)Een aantal eigenaren die samen meer dan twaalf eigenaren vertegenwoordigen hebben verzocht om op de agenda de oude rekenmethode op te nemen. Zij verzoeken het besluit (van 8 november 2022; toevoeging kantonrechter)
terug te draaien en de oude berekeningsmethode weer vast te laten stellen. (…)Ter Stemming: vaststellen oude rekenmethode Verrekenbare Kosten.”
2.7.
De uitkomst van de op 2 mei 2023 gehouden stemming is dat de algemene ledenvergadering van [VvE] niet terugkomt op het op 8 november 2022 genomen besluit.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoekers] verzoeken dat de kantonrechter het besluit van [VvE] van 2 mei 2023 vernietigt wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid en bepaalt dat de oude methode van het verrekenen van warmteverliezen gehandhaafd blijft.
3.2.
[verzoekers] voeren daartoe aan dat het besluit van [VvE] met betrekking tot de nieuwe rekenmethode pas op 2 mei 2023 definitief is geworden. Het op 2 mei 2023 genomen besluit is in strijd met de redelijkheid en billijkheid en dient daarom te worden vernietigd.
3.3.
[VvE] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[verzoekers] verzoeken dat de kantonrechter een op de algemene ledenvergadering van [VvE] genomen besluit vernietigt. De kantonrechter is van oordeel dat dit verzoek voor afwijzing gereed ligt en zal hierna uitleggen waarop dit oordeel is gebaseerd.
4.2.
De kantonrechter stelt vast dat het verzoek zich expliciet richt tegen het op de vergadering van 2 mei 2023 genomen besluit.
4.3.
Anders dan [verzoekers] meent, heeft de algemene ledenvergadering van [VvE] niet pas op 2 mei 2023 definitief besloten om over te stappen op een andere wijze van doorbelasting van de kosten van het warmteverlies. Een definitief besluit met deze strekking was al genomen op de vergadering van 8 november 2022. Dit blijkt uit de notulen van de vergadering van 8 november 2022. De juistheid van deze notulen hebben [verzoekers] niet betwist. Het enkele voorbehoud dat blijkens de notulen daarbij is gemaakt, ziet op de mogelijkheid om de machtiging aan de kantonrechter te vragen voor een vastrechtconstructie (waarbij ieder appartement een gelijk deel bijdraagt), maar vast staat dat die constructie van de baan is. Dit voorbehoud is daarmee zonder verdere betekenis. Daarbij komt dat het besluit van 8 november 2022 uiteindelijk onvoorwaardelijk is genomen. Dat, zoals uit de agenda van de vergadering van 2 mei 2023 blijkt, op initiatief van [verzoekers] het onderwerp nogmaals op de agenda is gezet met als doel het op 8 november 2022 genomen besluit terug te draaien, doet aan het definitieve karakter van het op 8 november 2022 genomen besluit niet af. Dat (het bestuur van) [VvE] na 8 november 2022 aanleiding heeft gezien de rechtmatigheid van dit besluit door haar advocaat te laten toetsen evenmin.
4.4.
Op 2 mei 2023 heeft (de algemene ledenvergadering van) [VvE] slechts besloten af te zien het op het besluit van 8 november 2022 terug te draaien. Naar het oordeel van de kantonrechter zou een eventuele vernietiging van het besluit van 2 mei 2023 niet afdoen aan de rechtsgeldigheid van het op 8 november 2022 genomen besluit, waarvan [verzoekers] de vernietiging niet verzoeken. Daarom kan de kantonrechter niet, zoals [verzoekers] tevens verzoeken, bepalen dat de oude methode van het verrekenen van warmteverliezen gehandhaafd blijft. Dat zou namelijk in strijd zijn met het op 8 november 2022 genomen besluit. Zover reikt de bevoegdheid van de kantonrechter niet.
[verzoekers] zouden dus niks opschieten met de door hen verzochte vernietiging. Met andere woorden: [verzoekers] hebben geen belang bij de toewijzing van hun verzoek. Om die reden komt het verzoek niet voor toewijzing in aanmerking.
4.5.
De kantonrechter merkt nog op dat de problematiek die verzoekers schetsen, voortkomt uit de wijze waarop de breukdelen zijn vastgesteld in de splitsingsakte. Zoals ook op zitting is besproken, is het in deze procedure niet mogelijk om tot wijziging van de splitsingsakte te komen. Hier is een specifieke procedure voor in de wet opgenomen (artikel 5:139 en verder van het Burgerlijk Wetboek).
4.6.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van [verzoekers] zal afwijzen. Hetgeen partijen voor het overige hebben aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel en behoeft geen verdere bespreking.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoekers] , omdat zij ongelijk krijgen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzoek af;
5.2.
veroordeelt [verzoekers] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [VvE] worden vastgesteld op een bedrag van € 300,-- aan salaris van de gemachtigde van [VvE] ;
5.3.
verklaart de veroordeling in deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Voogd en bij vervroeging op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.