Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde sub 1] , gevestigd te [plaats 1]
[gedaagde sub 2], gevestigd te [plaats 2] , vennoot van gedaagde sub 1
[gedaagde sub 3], wonende te [plaats 3] , vennoot van gedaagde sub 1
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Het verzoek de huur naar beneden bij te stellen komt, zoals uitgelegd, niet voort uit weelde. We maken dan ook graag gebruik maakt van het aanbod. Het verzoek om de huurperiode met 2 jaar te verlengen komt ons niet onredelijk voor, maar levert een volgend probleem op. Als na 2 jaar blijkt dat, zelfs met de huurverlaging, geen gezonde ondernemersbeloning te genereren valt, zitten we alsnog vast aan een huurovereenkomst en moeten we langer door dan op dat moment wellicht wenselijk. Ik zou dan ook willen voorstellen een opzegtermijn van 3 maanden op te nemen in de allonge.Ten tweede zou ik graag de discussie over de kosten voor gas, water en elektriciteit opgelost zien. In onze correspondentie kunnen wij geen afspraken vinden dat wij de elektriciteit en/of gas zouden betalen voor het woonhuis boven de winkel. Ik zou dan ook willen voorstellen een installateur uit te nodigen om te bepalen hoe het zit zodat we naar aanleiding van zijn/haar bevindingen een eventuele correctie kunnen bepalen.”
“Zoals zojuist telefonisch besproken stuur ik jullie onderstaand namens Verhuurder, het voorstel om e.e.a. te wijzigen aan de huurovereenkomst in ruil voor de huurkorting. Met ingang van 1 januari 2019 ontvangen jullie een huurkorting van € 1.000,- incl. BTW per maand. Verbonden aan deze huurkorting wordt de huurovereenkomst zonder opzegging van Huurder verlengd met 2 jaar, lopende tot en met 21 maart 2023. (…)”. [gedaagde] heeft op 27 september 2019 geantwoord dat er nog een onderwerp is dat opgelost moet worden voordat de allonge opgesteld en ondertekend kan worden, namelijk de energiekosten die zij voor het appartement betaalt vanaf 2011. [eiseres] heeft daarop op 30 september 2019 gereageerd:
“(…) Onderstaande kwestie is reeds besproken en vastgelegd in een e-mail van 23 april afgelopen jaar. Ik zeg daar toe een expert te sturen, echter de basis is dat we bij zijn met de huur! Dit laatste is tot op de dag van vandaag niet aan de orde. (ondanks een huurkorting van €12000,-)Standpunt is eerst bij zijn met de huur dan weer wensen t.a.v. het pand. Wat wel duidelijk is dat de allonge onlosmakelijk verbonden is aan de huurkorting. Mocht het zo zijn dat de allonge niet getekend retour komt is er geen huurkorting.”
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
“Verbonden aan deze huurkorting wordt de huurovereenkomst zonder opzegging van Huurder verlengd met 2 jaar (…)”en in de e-mail van 30 september 2019 staat
“(…) de basis is dat we bij zijn met de huur! (…) Standpunt is eerst bij zijn met de huur dan weer wensen t.a.v. het pand.”.
Mocht het zo zijn dat de allonge niet getekend retour komt is er geen huurkorting.”.
€ 29.965,93. De gevorderde hoofdsom van vijf huurtermijnen is als gevolg van een geslaagd beroep op verrekening geheel teniet gegaan. Omdat [gedaagde] rechtsgeldig heeft verrekend, heeft [eiseres] ook geen aanspraak op de boete en nevenvorderingen. De conclusie is dat de vordering van [eiseres] zal worden afgewezen.