ECLI:NL:RBNHO:2023:10560

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 augustus 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10556511 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de officier van justitie inzake administratieve sanctie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en had daartegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, omdat de gemachtigde van betrokkene een onjuist kenmerk had vermeld bij de ingediende machtiging. De gemachtigde, M.J.M. Bergers van Boete.nu te Maastricht, was niet verschenen op de zitting van 26 juli 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie het standpunt handhaafde en verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter overwoog dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, bestond uit het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en had gronden aangevoerd in het beroepschrift. De officier van justitie had betrokkene eerder in de gelegenheid gesteld om een schriftelijke machtiging te overleggen, maar deze bleek niet te voldoen aan de vereisten. De kantonrechter concludeerde dat de officier van justitie terecht had geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat de machtiging te laat en met een onjuist kenmerk was ingediend.

De uitspraak van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard en dat er geen proceskosten werden toegewezen, omdat het beroep ongegrond was. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De griffier en de kantonrechter hebben de uitspraak in het openbaar gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10556511 \ WM VERZ 23-427
CJIB-nummer : 238254647
Uitspraakdatum : 9 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : M.J.M. Bergers, Boete.nu te Maastricht.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Tevens stelt de gemachtigde wel degelijk te hebben gereageerd op de verzuimbrief van de officier van justitie en daarbij de ontbrekende machtiging te hebben overgelegd.
De officier van justitie heeft betrokkene bij brief van 15 februari 2021 in de gelegenheid gesteld een schriftelijke machtiging te overleggen en medegedeeld dat de reeds verstrekte machtiging niet voldoet omdat niet is gebleken dat degene die de machtiging heeft verstrekt namens dit bedrijf vertegenwoordigingsbevoegd is. De gemachtigde is in de gelegenheid gesteld binnen vier weken een uittreksel van de Kamer van Koophandel te overleggen, als te doen gebruikelijk.
In voormelde brief is door de officier van justitie tevens vermeld dat het niet/niet tijdig verstrekken van die stukken ertoe kan leiden, dat het beroep van betrokkene ongegrond of niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Op de zitting stelt de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanvullend dat de gemachtigde de machtiging uiteindelijk wel bleek te hebben toegezonden, maar met vermelding van een onjuist zaakkenmerk. Deze fout dient voor rekening en risico van de gemachtigde te blijven. De officier van justitie heeft het beroep vanwege het ontbreken van de machtiging daarom terecht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, aldus de vertegenwoordiger van de officier van justitie.
Omdat de door de officier van justitie opgevraagde machtiging in verband met het door de gemachtigde onjuist vermelde kenmerk na verloop van de gestelde termijn bij de onderhavige zaak is gevoegd, heeft de officier van justitie naar het oordeel van de kantonrechter het beroep dus terecht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. De kantonrechter komt niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: