ECLI:NL:RBNHO:2023:1056
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van medisch en arbeidskundig onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om haar een WIA-uitkering toe te kennen. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), maar het UWV had haar aanvraag afgewezen, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op 19,10%. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was uitgevoerd en dat haar beperkingen niet correct waren ingeschat.
De rechtbank heeft de argumenten van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres op 22 februari 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd door de verzekeringsarts bezwaar en beroep (B&B), die alle relevante medische informatie had meegewogen. Eiseres had geen nieuwe medische informatie ingebracht die haar standpunt onderbouwde.
De rechtbank bevestigde dat de arbeidsdeskundige B&B op basis van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 6 juli 2022 had vastgesteld dat eiseres in staat was om bepaalde functies te vervullen, ondanks haar beperkingen. De rechtbank oordeelde dat het UWV voldoende had onderbouwd dat eiseres in staat was om arbeid te verrichten en dat de stelling van eiseres dat zij de functies niet kon vervullen, niet overtuigend was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen recht had op de WIA-uitkering en dat de proceskosten niet vergoed zouden worden.