Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 september 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen, verweerder
Inleiding
Overwegingen
“Wij hebben niets van u ontvangen en/of vernomen. Hierdoor kunnen wij uw recht op bijstand vanaf 1 maart 2021 niet langer vaststellen.”
Oordeel van de rechtbank
Namens eiser is bij e-mailbericht van 25 mei 2022, in de bezwaarprocedure tegen de besluiten van 15 oktober 2021, de deugdelijke verzending van deze besluiten betwist. Daarbij is aangegeven dat eiser zijn verhuizing per 20 augustus 2021 met een wijzigingsformulier bij verweerder kenbaar heeft gemaakt en dat eiser alsnog de gevraagde bankafschriften heeft overgelegd. Verweerder heeft betwist dat het wijzigingsformulier is ontvangen en voert verder aan dat eiser op het wijzigingsformulier geen nieuw adres had vermeld, zodat correspondentie volgens verweerder alleen naar het laatst bekende adres kon worden verzonden. Aldus is sprake van een deugdelijke verzending.
De rechtbank is van oordeel dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij aan verweerder tijdig een nieuw adres heeft opgegeven en dat betekent dat de omstandigheid dat hij geen kennis heeft genomen van zowel de correspondentie als de besluiten van 15 oktober 2021 voor zijn rekening en risico komt. Dit staat ook als zodanig in het besluit van 19 juli 2022 dat in rechte is komen vast te staan.
In het besluit op bezwaar heeft verweerder in reactie hierop overwogen dat “
Niet gesteld kan worden dat het besluit van 15 oktober 2021 onmiskenbaar onjuist is. Tevens merken wij op dat op grond van jurisprudentie is een evidente onjuistheid ook geen novum.”
In de door eiser aangehaalde uitspraak heeft de CRvB – kort samengevat – overwogen dat sinds 1 juli 1997 het overleggen van bewijsstukken niet meer onder de inlichtingenplicht van het eerste lid van artikel 17 Pw valt en dus ook niet tot schending daarvan kan leiden. Er is dan geen bevoegdheid om op grond van artikel 54, derde lid, eerste volzin, Pw bijstand met terugwerkende kracht in te trekken of terug te vorderen. In die uitspraak was tevens sprake van een niet-verschijnen op een afspraak.
Conclusie en gevolgen
De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien door het besluit van 11 augustus 2022 in zoverre te herroepen en de besluiten van 15 oktober 2021 als volgt te herzien.