Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De zaak betreft een boete die is opgelegd voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene, vergezeld door haar broer, aanwezig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene het beroep te laat heeft ingesteld, aangezien de termijn voor het indienen van een beroepschrift volgens de Algemene wet bestuursrecht zes weken bedraagt. Betrokkene stelde echter dat het beroepschrift op tijd was verzonden, maar het poststempel ontbrak, waardoor de datum van verzending niet kon worden vastgesteld. De vertegenwoordiger van de officier van justitie gaf aan dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, wat de kantonrechter heeft gevolgd.
Betrokkene voerde aan dat er een invoerfout was gemaakt bij het aanvragen van de ontheffing, waardoor een niet bestaand kenteken was geregistreerd. De kantonrechter heeft de argumenten van betrokkene en de vertegenwoordiger van de officier van justitie in overweging genomen en besloot dat de boete gematigd diende te worden. Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard en de boete gematigd tot nihil, met de bepaling dat de officier van justitie het betaalde bedrag aan betrokkene terugbetaalt.