ECLI:NL:RBNHO:2023:10548

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 augustus 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10567907 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een administratieve boete wegens onduidelijke informatie over laad- en lostijden in Alkmaar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De boete was opgelegd omdat betrokkene als bestuurder in strijd had gehandeld met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 26 juli 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

Betrokkene voerde aan dat hij de website van de gemeente Alkmaar had geraadpleegd voordat hij in de binnenstad ging laden en lossen. Volgens betrokkene was de binnenstad bereikbaar van 7.00 uur tot 11.00 uur, en hij betrad de binnenstad om 10.23 uur, wat binnen de vrijstelling zou zijn. De officier van justitie had echter een aanvullend proces-verbaal laten opmaken, waarin werd vermeld dat de versoepelde laad- en lostijden per 8 maart 2022 weer waren teruggezet naar de reguliere tijden.

De kantonrechter oordeelde dat uit de stukken in het dossier voldoende bleek dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was verricht. Betrokkene had de binnenstad op vrijdagochtend 1 juli 2022 om 10.23 uur niet mogen betreden met zijn voertuig. Echter, de kantonrechter vond aanleiding om de boete te matigen, omdat niet duidelijk was per wanneer de informatie op de website van de gemeente was teruggezet naar de reguliere laad- en lostijden. Er was sprake van tegenstrijdige informatie, en betrokkene kreeg het voordeel van de twijfel. De boete werd gematigd tot nihil, en het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10567907 \ WM VERZ 23-436
CJIB-nummer : 251033075
Uitspraakdatum : 9 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene voert aan dat hij de site van de gemeente Alkmaar heeft geraadpleegd alvorens in de binnenstad te gaan laden en lossen. Uit de gegevens op de site bleek dat de gemeente de laad- en lostijden per 22 december 2021 opnieuw heeft verruimd en dat de binnenstad bereikbaar is van 7.00 uur tot en met 11.00 uur. De tijd waarop ik de binnenstad betrad was 10.23 uur en dus binnen de vrijstelling, aldus betrokkene.
De officier van justitie heeft een aanvullend proces-verbaal laten opmaken door de verbalisant. In dit aanvullend proces-verbaal is het volgende vermeld:
“Betrokkene refereert in het bezwaar naar een bericht van December 2021 van de gemeente Alkmaar of van alkmaarnieuws.nl. Dit bericht is inmiddels verwijderd van internet. De versoepelde laad- en lostijden zijn per 8-03-2022 weer teruggezet naar de reguliere tijden.”
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Uit de toelichting van de verbalisant in het zaakoverzicht blijkt dat er een laad- en lostijd op de vrijdagochtend gedurende het kaasmarktseizoen geldt van 07.00 tot 10.00 uur. Het kaasmarktseizoen betreft de periode van de laatste vrijdag in maart tot en met de laatste vrijdag in september. Betrokkene had de binnenstad op vrijdagochtend 1 juli 2022 om 10.23 uur dus niet mogen betreden met zijn voertuig.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd echter wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat uit de stukken in het dossier en uit de verklaring van de verbalisant niet blijkt per wanneer de informatie op de website van de gemeente Alkmaar is teruggezet naar de reguliere laad-en lostijden. Het is dus niet duidelijk geworden wat hierover ten tijde van de gedraging op de website stond vermeld. Er kan daarom sprake zijn geweest van tegenstrijdige informatie. Betrokkene krijgt het voordeel van de twijfel, zodat de boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: