Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een boete, opgelegd gekregen. Tegen deze boete heeft betrokkene beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 26 juli 2023 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft zijn gronden in het beroepschrift uiteengezet.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft tijdens de zitting aangegeven dat, gezien de slechte kwaliteit van de foto van de gedraging, niet kon worden vastgesteld dat de gedraging was begaan met het voertuig van betrokkene. Hierdoor werd het standpunt ingenomen dat betrokkene het voordeel van de twijfel moest krijgen, wat leidde tot de conclusie dat de boete ten onrechte was opgelegd.
De kantonrechter heeft dit standpunt gevolgd en verklaarde het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, werden vernietigd. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem diende terug te betalen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.