ECLI:NL:RBNHO:2023:10541

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10567881 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersvoorschriften

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene de zaak voorgelegd aan de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 26 juli 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld en overwogen dat betrokkene erkent de gedraging te hebben begaan, maar zich beroept op de omstandigheden van het geval. Betrokkene stelde dat zij de routeaanduiding van Google Maps volgde en dacht dat het inrijverbod alleen gold voor rechtdoorgaand verkeer. De kantonrechter oordeelde echter dat de bebording duidelijk was en dat betrokkene had moeten weten dat het verbod gold voor het inrijden van de binnenstad.

Daarnaast voerde betrokkene aan dat zij in financiële problemen verkeert door het ontvangen van meerdere boetes. De vertegenwoordiger van de officier van justitie meldde dat in andere zaken van betrokkene de beschikkingen inmiddels zijn vernietigd. De kantonrechter zag echter geen aanleiding om de boete in deze zaak te matigen, vooral omdat betrokkene niet op de zitting was verschenen om haar financiële situatie verder toe te lichten. Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete blijft staan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10567881 \ WM VERZ 23-431
CJIB-nummer : 253595233
Uitspraakdatum : 26 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene erkent de gedraging, zodat deze vast staat, maar doet een beroep op de omstandigheden van het geval. Betrokkene voert aan dat zij direct na het passeren van het bord rechts is afgeslagen en stelt dat zij de routeaanduiding van Google Maps volgde en dacht dat het inrijverbod alleen gold voor rechtdoorgaand verkeer.
Dat de bebording voor betrokkene onvoldoende duidelijk was, volgt de kantonrechter niet. Uit de bebording blijkt dat sprake is van een verbod om de binnenstad in te rijden. Betrokkene had dit kunnen en moeten weten. De boete is dus terecht opgelegd.
Het verweer dat betrokkene de gedraging niet opzettelijk heeft begaan, treft geen doel. Voor het opleggen van een boete bij het begaan van een dergelijke gedraging is immers opzet niet vereist.
Betrokkene voert ook aan dat zij vier boetes heeft ontvangen en stelt dat zij deze, gelet op haar financiële situatie, niet kan betalen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting medegedeeld dat de beschikkingen in de andere drie zaken van betrokkene inmiddels zijn vernietigd.
De kantonrechter ziet daarom en omdat betrokkene niet op de zitting is verschenen om haar financiële situatie verder toe te lichten geen reden om de boete in onderhavige zaak te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: