ECLI:NL:RBNHO:2023:10532

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10606653 \ WM VERZ 23-411
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen administratieve sanctie voor verkeersgedrag op kruispunt

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 19 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene op een kruispunt niet de richting volgde die de voorsorteerstrook aangaf. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, die de feitcode had gewijzigd en het beroep voor het overige ongegrond had verklaard. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 19 september 2023, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren.

Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert aan dat hij uit veiligheidsoverwegingen handelde. Hij verklaart dat het donker en regenachtig was en dat de auto voor hem niet reed, ondanks dat het verkeerslicht op groen stond. Om een aanrijding te voorkomen, besloot hij de stilstaande auto links te passeren. De kantonrechter oordeelt dat, hoewel betrokkene een andere keuze had moeten maken, de omstandigheden van het geval aanleiding geven om de boete te matigen. De kantonrechter verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond en wijzigt de beslissing van de officier van justitie, waardoor de boete wordt gematigd tot € 125,00, met handhaving van de administratiekosten.

De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10606653 \ WM VERZ 23-411
CJIB-nummer : 247579820
Uitspraakdatum : 19 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft de feitcode gewijzigd en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is begaan. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar doet een beroep op de omstandigheden van het geval. Betrokkene voert aan dat het donker en regenachtig weer was. Bij het naderen van het verkeerslicht sprong deze op groen. De auto voor betrokkene ging echter niet rijden, maar bleef stilstaan, ook nadat betrokkene had getoeterd. Gelet op de naderende auto’s achter betrokkene besloot betrokkene de stilstaande auto links te passeren omdat betrokkene bang was dat de achterliggers de situatie niet goed zouden inschatten en tegen betrokkene aan zouden rijden. Betrokkene stelt dat hij geen enkele haast had en puur uit veiligheidsoverwegingen heeft gehandeld.
De kantonrechter is van oordeel dat het feit dat betrokkene er uit veiligheidsoverwegingen voor heeft gekozen een inhaalmanoeuvre te maken, waardoor hij op de andere rijbaan terecht is gekomen en vervolgens na de verkeerslichten van rijstrook is gewisseld, voor rekening en risico van betrokkene dient te blijven omdat betrokkene een andere keuze had moeten maken. De kantonrechter ziet in de specifieke situatie die betrokkene heeft aangevoerd echter wel eenmalig aanleiding om de boete te matigen. De boete zal worden gematigd tot de helft.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 125,00 (met handhaving van de administratiekosten).
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: