Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het stilstaan van betrokkene's voertuig op een plek die volgens de officier van justitie als trottoir werd aangemerkt. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 19 september 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
Betrokkene voerde aan dat de locatie waar zijn voertuig stond, geen trottoir was, maar een parkeerhaven. Hij onderbouwde zijn stelling met foto’s die de situatie ter plaatse toonden. De kantonrechter oordeelde dat het weggedeelte waarop het voertuig stond, niet bestemd was voor uitsluitend voetgangersgebruik en dus niet als trottoir kon worden aangemerkt. De rechter baseerde deze conclusie op de uiterlijke verschijningsvorm van het weggedeelte en de afwezigheid van een duidelijke afscheiding met een trottoir.
De kantonrechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie en verklaarde het beroep gegrond. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem moest worden terugbetaald. De rechter merkte op dat de wettelijke regeling van de dwangsom niet van toepassing was op deze procedure en dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak niet was overschreden. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier.