ECLI:NL:RBNHO:2023:10526

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10594795 \ WM VERZ 23-403
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring beroep tegen administratieve sanctie voor verkeersvoorschriften met boetematiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 19 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was een boete die was opgelegd omdat betrokkene haar voertuig zodanig op de weg had laten staan dat gevaar kon worden veroorzaakt of verkeer kon worden gehinderd. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het eerdere beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 19 september 2023 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig.

Betrokkene voerde aan dat haar voertuig deels geparkeerd stond voor een gehandicaptenparkeerplaats van haar schoonvader, die dringend hulp nodig had. Ze stelde dat er geen andere parkeerplaats beschikbaar was en dat de betrokkenen op de hoogte waren van de situatie, waardoor er feitelijk geen hinder was veroorzaakt. De officier van justitie handhaafde de boete en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter overwoog dat, hoewel betrokkene de gedraging had erkend en deze kon worden vastgesteld op basis van de door de verbalisant overgelegde foto’s, er in dit specifieke geval aanleiding was om de boete te matigen. De kantonrechter besloot de boete te verlagen tot € 30,00, met handhaving van de administratiekosten, en verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling moest aan betrokkene worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10594795 \ WM VERZ 23-403
CJIB-nummer : 246678186
Uitspraakdatum : 19 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat het voertuig deels geparkeerd stond voor een gehandicaptenparkeerplaats van haar schoonvader. Haar schoonvader had dringend hulp nodig om uit bed te komen. Omdat er geen parkeerplaats was heeft betrokkene het voertuig ter plaatse geparkeerd. Hiermee werd wel het voertuig van haar schoonvader belemmerd en ook die van zijn buren, maar zij zijn op de hoogte van de situatie, zodat betrokkene feitelijk geen hinder heeft veroorzaakt. Het bevreemt betrokkene dat de verbalisant niet even heeft aangebeld om een waarschuwing te geven.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat de boete terecht is opgelegd en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
Betrokkene heeft de gedraging erkend en deze kan ook op basis van de door de verbalisant overgelegde foto’s worden vastgesteld. Betrokkene had het voertuig op een reguliere parkeerplaats moeten parkeren, ook al was deze op enige afstand van de woning van haar schoonvader gelegen. De kantonrechter ziet echter in de omstandigheden van dit specifieke geval aanleiding om de boete te matigen tot € 30,00, met handhaving van de administratiekosten. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 30,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene teveel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: