Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het negeren van een rood verkeerslicht. Betrokkene had beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. Betrokkene voerde aan dat hij in de veronderstelling verkeerde dat het verkeerslicht groen was, omdat hij achter een aantal fietsers stond te wachten en de spoorbomen gesloten waren. Hij had een foto van de situatie overgelegd en betwistte de juistheid van zijn verklaring in het zaakoverzicht.
De kantonrechter overwoog dat in WAHV-zaken de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende is voor de vaststelling van de gedraging, tenzij er specifieke feiten zijn die aanleiding geven tot twijfel. De verbalisant had verklaard dat het verkeerslicht ongeveer 16 seconden op rood stond toen betrokkene het negeerde. De kantonrechter concludeerde dat betrokkene onvoldoende feiten had aangedragen om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en de boete als terecht opgelegd beschouwd. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.