ECLI:NL:RBNHO:2023:10507

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10606663 \ WM VERZ 23-414
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de officier van justitie inzake boete voor handelen in strijd met geslotenverklaring motorvoertuigen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een boete, opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 19 september 2023 is betrokkene verschenen, evenals de vertegenwoordiger van de officier van justitie. Betrokkene voerde aan dat zij in het bezit was van een ontheffing en dat zij al twee jaar een andere auto had. Ze stelde dat ze het kenteken voor haar vergunning bij de gemeente had aangepast en dat ze onterecht zeven boetes had ontvangen voor het rijden langs de geslotenverklaring.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie gaf aan dat de beslissing om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren onjuist was, omdat het beroepschrift tijdig was verzonden. Daarnaast ontbrak er een foto van de gedraging in het dossier, waardoor er onvoldoende bewijs was voor de opgelegde boete. De kantonrechter oordeelde dat het beroep gegrond was en vernietigde de beslissing van de officier van justitie, evenals de beschikking waarbij de boete was opgelegd. De kantonrechter bepaalde dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan haar moest worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10606663 \ WM VERZ 23-414
CJIB-nummer : 251289512
Uitspraakdatum : 19 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat zij in Oostzaan woont, in de Kerkstraat. Zij is in het bezit van een ontheffing en heeft al twee jaar een andere auto. Betrokkene is van mening dat zij het kenteken voor haar vergunning destijds bij de gemeente heeft aangepast. Betrokkene stelt dat zij al twee jaar langs deze geslotenverklaring rijdt en nu opeens zeven boetes heeft ontvangen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat de beslissing van de officier van justitie waarbij het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, onjuist is omdat uit de poststempel op het beroepschrift van betrokkene blijkt dat deze op 20 september 2022, en dus tijdig, ter post is bezorgt. Dat betekent dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond is en dat die beslissing moet worden vernietigd.
Vervolgens stelt de vertegenwoordiger van de officier van justitie op de zitting dat in het dossier een foto van de gedraging ontbreekt, zodat er onvoldoende gegevens zijn om de gedraging te kunnen vaststellen en daarom ten onrechte een boete is opgelegd.
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt daarom dat het beroep gegrond is en de beslissing van officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: